De poortwachter nodigt de argeloze passant met een wijds armgebaar uit om door het hek een schimmige wereld binnen te gaan. Daarachter wacht een gevaarlijke en niet in alle opzichten plezierige tocht, naar het zich laat aanzien. Dit is de indruk die het plaatje op de hoes van “Perilous” wekt, het nieuwe meesterwerkje van Glass Hammer. Want, wie deze gevaarlijke tocht aandurft, komt niet bedrogen uit. De muzikale beloning voor de durfallen zal groot zijn.
Met “If” en “Cor Corium” leverde Glass Hammer twee puike platen af. Met “Perilous” gooien ze er wat mij betreft nog een schepje bovenop. De bezetting is ongewijzigd gebleven. Oudgedienden Fred Schendel en Steve Babb laten zich opnieuw vergezellen door Jon Davison en Alan Shikoh. Dit keer werkt het kwartet een heus klassiek conceptalbum uit, opgebouwd uit dertien betrekkelijk korte stukken, met een zeer uitgebalanceerde opbouw en de als vanzelfsprekend terugkerende thema’s.
Na het beangstigend krakend hek te zijn gepasseerd, speelt een strijkensemble een klassiek thema gevolgd door een aantrekkelijke passage met toetsenweelde en gitaarspel, voordat Davison de hoogste registers van zijn stem opzoekt. Ja, zijn stem heeft een grote gelijkenis met die van Jon Anderson van Yes, waar hij sinds kort zelfs ook deel van uitmaakt. Dit openingsnummer The Sunset Gate smaakt naar meer, je wordt de rest van het verhaal ingezogen, je moet de rest van de cd horen. Het verhaal heeft een donker thema, waarover meer valt te lezen in het interview dat ik recent met de band had.
Wat volgt zijn de bekende elementen uit het oeuvre van Glass Hammer: toetsen-gedomineerde melodieuze klanken, met hier en daar licht-tegendraadse muziek. Schendel haalt veel uit zijn toetsenarsenaal, van ingetogen pianoklanken tot bombastisch werk en golven Mellotron. Het gitaarspel van Shikoh past hier uitstekend bij. Voor de stem van Davison blijft gelden: je houdt ervan of je houdt er niet van, kraakhelder is deze zeker en hij past perfect bij de muziek. Steve Babb bast nadrukkelijk aanwezig op de van hem bekende wijze.
Denk niet dat je Perilous cadeau krijgt. Een enkele luisterbeurt liet mijzelf enigszins beteuterd achter. Is dit het nou?! Maar de muziek blijft zich ontvouwen en elke keer hoor je weer nieuwe elementen en begint de puzzel langzaam in elkaar te passen. Dus: haak zeker niet te vroeg af, dat zou zonde zijn!
De muziek blijft tot het eind boeien, vol afwisseling. Het gebruik van verschillende koren en een klassiek gitaartrio voegt zeker een dimensie toe aan de muziek, die over het algemeen aan de rustige kant is.
Met In That Lonely Place wordt op zeer fraaie wijze de finale ingezet. Onder luchtig gitaargetokkel zorgt Amber Fults met haar stem voor kippenvel, waarna Jon het stokje overneemt. Een koortje, een hobo, keyboard- en pianospel vormen een bijna te mooie opmaat tot het slotakkoord Where Sorrows Died And Came No More. Eind goed al goed, lijkt deze titel te suggereren en dat geldt zeker ook voor de muziek. De band trekt nog een keer goed van leer, uitmondend in een symfonisch hoogstandje vol vette synth’s. Vurrukkulluk!
Wat een vakmanschap spreidt deze band ten toon. Het mag allemaal niet geheel vernieuwend zijn wat de heren doen, maar wat verpakken ze dat mooi! Een glasheldere productie, waarbij alle subtiele elementen en de diverse lagen die in dit indrukwekkende epos verborgen zijn optimaal tot hun recht komen, zorgen ervoor dat “Perilous” een muzikale ontdekkingstocht van jewelste wordt.
De poortwachter tikt subtiel zijn hoed aan, als teken van erkenning voor het ingaan op zijn uitnodiging. Poortwachter, ik moet jou bedanken, ik had deze reis voor geen goud willen missen.
Ik had deze recensie ook in één woord af kunnen doen: waanzinnig mooi!