Het duo Schendel en Babb weet van geen ophouden. Met “The Breaking Of The World” zijn ze, slechts een jaar na het goed ontvangen “Ode To Echo”, weer terug aan het progressieve rock front. Studioalbum nummer 17 om precies te zijn. Een uitzonderlijke prestatie. Daarbij levert het duo altijd kwaliteit. Niet alle albums zijn zo sterk als bijvoorbeeld op “Lex Rex” of “The Inconsolable Secret” maar echt teleurstellen deden ze nooit.
Ook op dit album is weer de samenwerking met zangeres Susie Bogdanowicz en met zanger Carl Groves gezocht. Ze horen beiden inmiddels tot het vaste meubilair van de band. Gitarist/zang Jon Davison is echter op dit album niet te horen. Het gezelschap schotelt ons ruim een uur aan nieuwe muziek voor, waarbij invloeden van namen als Yes, King Crimson en Genesis nooit echt ver weg blijven. Op en top old school symfonische rock.
Het nummer Third Floor springt wat mij betreft met kop en schouders boven de rest van de composities op dit album uit. Het klinkt heerlijk veelzijdig en bevat een aantal oorstrelende overgangen. Het is vooral het baswerk van Steve Babb dat voor bewondering zorgt, helemaal wanneer hij ook zijn baspedalen aan het werk zet. De opening doet sterk denken aan de Genesis klassieker Watcher Of The Skies, maar na de toetsenintro kiest de band voor een andere koers. Het nummer is ook bedoeld als een toneelstuk van één akte en gaat over de discussie van één persoon met zijn verstand en gevoel. De passages die gezongen worden door Carl Groves klinken expres wat kil en afstandelijk, maar zodra Susie Bogdanowicz begint te zingen krijgt het geheel een prachtige warmte. Erg mooi gedaan!
Ook het uptempo Babylon klinkt zalig. De toevoeging van fluit geeft het een wat frivool geluid. Ook hier waart de geest van Yes uitbundig en prachtig rond. De hele structuur doet aan deze band denken, maar zeker ook het baswerk. Steve Babb geeft maar weer eens een mooi visitekaartje af als een van de beste basgitaristen in het progwereldje. Maar ik mag zijn vaste partner Fred Schendel niet achterwege laten, want zijn toetsenspel is geweldig.
Een nummer als Bandwagon is op het eerste gehoor geen hoogvlieger. De zanglijnen beklijven niet echt en het refrein is wat simpel. Wat freaky gitaarspel erbij zorgt voor meer mijns inziens voor wat onrust. Maar als je het nummer zou overslaan, zou je wel de heerlijke toetsensolo van Fred Schendel missen en dat zou dan weer echt een gemis zijn; een song met twee gezichten dus.
De laatste drie songs van dit album klinken redelijk hetzelfde. Ze zorgen ervoor dat de spanningsboog behoorlijk losser wordt. Ik merk telkens dat ik rond de tijd dat ik bij deze nummers ben aangekomen, mijn aandacht sterk afneemt. Het album duurt eigenlijk een minuut of twintig te lang.
“The Breaking Of The World” is een sterk album waarin de band maar weer eens laat horen hoe goed ze is. Niet het beste Glass Hammer album tot nu toe, maar genieten zal je zeker.