Het derde album van Godspeed You! Black Emperor verscheen in november 2002, juist toen het Canadese collectief op het hoogtepunt van zijn populariteit stond. Alhoewel, GYBE is nooit echt op grote schaal doorgebroken, maar vond haar waardering bij een grote groep liefhebbers die bands als Mogwai, Sigur Rós en in het meest vrijzinnige geval ook Radiohead tot hun favorieten rekenden. Met “Lift Your Skinny Fists Like Antennas to Heaven” uit 2000 zorgde GYBE voor de link tussen postrock, instrumentale psychedelica en industrial en de moderne klassieken. De band goed vinden was ‘cool’. Zo anders was de positie van de band zelf: wars van enige commercialiteit, tegenstanders van globalisering, anoniem en schuw richting de media blijven en leve het belang van het collectief boven het individu. Moeilijke mannen en vrouwen levend in een cocon van een commune, zo werd GYBE eens in de pers omschreven. Vooral in Amerika, waar onder het Bush-bewind aan het begin van deze eeuw de groep zichzelf min of meer vervreemde van het dagelijkse leven. Vlagen van standpunten over globalisering en Bush zijn op “Yanqui U.X.O.” sterk aanwezig, dan wel verborgen in de cryptische hoes, dan wel in de afsluiting van de vinylversie van de plaat, die sowieso negen minuten langer duurt dan de cd die het Constellation-label uitbracht.
Het materiaal van de plaat is voor een groot gedeelte gebaseerd op het materiaal dat de band tussen 2000 en 2002 tijdens hun grotendeels geïmproviseerde concerten speelde. Tussendoor ging de groep voor een periode van drie weken de studio in met meester producer Steve Albini, de man die bijvoorbeeld Nirvana’s “In Utero” tot een groeiplaat van intrigerende diepte maakte. Bij GYBE is hij zich bewust van de enorme dynamiek in de muziek van de groep, alhoewel de band voor de mixage het heft in handen toch weer zelf in handen nam. Opener 09-15-00 bestaat uit twee delen en voelt aan als een soort ouverture van een onheilspellende tijd. De spanning wordt opgebouwd, maar ook uitgebouwd. Zeker als het climaxerende Rockets Fall On Rocket Falls met dominerende percussie en strijkers het kippenvel doet opwekken. Het keiharde geluid dat Efrim Menuck vervolgens uit zijn gitaar haalt, klinkt grotesk, dan wel verlaten en eenzaam. Ennio Morricone meets Igor Stravinsky meets Mogwai. Om maar een poging te doen de muzikale kruisbestuiving enigszins begrijpelijk aan te duiden voor zielen die in woorden een indruk van de groep in dit stuk willen hebben. Het ruim een half uur durende Motherfucker=Redeemer sluit het album op een bijna Wagneriaanse manier af. Climax wordt op climax gestapeld; de leden gaan tot het uiterste, totdat in de laatste paar minuten, de zoveelste vulkaan is uitgebarsten en weer alleen het brede, galmende gitaargeluid van Menuck te horen is. De melodie is weer terug en die wordt opgepikt voor een laatste fragment. Dan eindigt de plaat zoals kant 1 van “Abbey Road” van The Beatles. Afgelopen. Punt. En dat gold ook voor Godspeed You! Black Emperor. Na het verschijnen van deze plaat – die gemengde reacties opriep – besluit het collectief hun activiteiten op non-actief te zetten en wordt het stil. De band ontkent uit elkaar te zijn en doet dat nu nog steeds.
Met “Yanqui U.X.O.” heeft de groep haar rijke geluid verder uitgebouwd zoals dat op de beroemde voorganger twee jaar voordien werd geïntroduceerd, maar anderzijds is de verrassing op deze cd minder groot. Delen van Motherfucker=Redeemer klinken zelfs saai en zoekend (een bekend verschijnsel op ieder GYBE-album) en missen die spanningsboog die eerder op deze plaat zo doordacht gespannen was. Als introductie voor de muziek van GYBE is deze derde plaat zeker een aanrader; productioneel gezien heeft Albini de randjes opgezocht in hun muziek; iets was bij eerdere platen op eigen houtje niet zo werd gedurfd. Een monumentaal album dat niet de eer had een klassieke voorganger te overtreffen, maar om deze op nobele wijze aan te vullen. Daarin is de groep erg goed geslaagd.
Wouter Bessels