Op de bonnefooi naar een concertzaal gaan, levert vaak leuke ontdekkingen op. Zo stond ik alweer een aantal jaar geleden met een handvol medemuziekliefhebbers in het Haarlemse Patronaatcafé te luisteren naar een Zweedse band met een merkwaardige naam: Gösta Berlings Saga. De band had een jaar eerder zijn tweede album “Detta Har Hänt” uitgebracht en speelde dan ook vooral nummers van die plaat. Het maakte indruk en met het volledige oeuvre op zak keerde ik huiswaarts. Op de opvolger “Glue Works” was het vervolgens niet eens zo lang wachten en daarop bleek de band een behoorlijke ontwikkeling te hebben doorgemaakt, zoals oud-collega Markwin ook al schreef.
Vervolgens bleef het vijf jaar lang stil. Niet handig in een tijdgewricht waarin de toevloed aan nieuwe muziek immens is, en de Zweden verdwenen dan ook steeds verder uit mijn blikveld. En toen was daar ineens weer een nieuw album, “Sersophane”. En ook op dit album worden de bakens weer een klein beetje verzet. Draaide het op de voorgaande platen toch hoofdzakelijk om variaties op een steeds repeterende melodie, ditmaal lijkt er wat meer dan voorheen gestreefd te worden naar een trippende luisterervaring.
We gaan in elk geval meteen vrij zwaar van start met Konstruktion, waar de gitaarpartij toch wat steviger is dan op de voorgangers. Het titelnummer vervolgens begint redelijk standaard, met een relaxte, repeterende melodielijn, maar al snel wordt het tempo weer flink opgevoerd en de ritmesectie mag zich doen gelden. Op Fort Europa is het daarentegen niet heel vooruitstrevend wat de band laat horen, dit nummer had ook prima op “Glue Works” gepast.
Op de tweede helft van de plaat wordt het allemaal wat spannender. Het korte Dekonstruktion vormt allereerst een prettige break. Het nummer kan wellicht omschreven worden als elektronische spacerock, maar zit soms eigenlijk nog dichter in de buurt van trance, een beetje zoals Steve Hillage dat met System 7 doet. Ik zou er niet per sé een heel album van hoeven te horen, maar zo in het midden van het album voldoet het prima. Het maakt namelijk de weg vrij voor het hoogtepunt van het album, het ruim een kwartier klokkende Channeling The Sixth Extinction. Al vanaf de eerste maten is het duidelijk dat we hier te maken hebben met een zeer intens nummer, waarbij het strakke ritme zich gaandeweg steeds meer ontpopt als een beat. Een instrumentaal nummer een kwartier spannend houden is bepaald geen sinecure, maar Gösta Berlings Saga slaagt er toch maar mooi in om me dit nummer op repeat te doen zetten. Met name het gitaarspel neemt vele gedaanten aan in dit nummer, van vrij open spel, tot (licht) gefreak om uiteindelijk te belanden in een hoeveelheid feedback waar Neil Young nog een puntje aan kan zuigen. Het is voor mij de trippende luisterervaring die ik al eerder noemde, en eigenlijk op een andere wijze net zo’n stuk elektronische spacerock als het vorige nummer.
Het is fijn om te horen dat Gösta Berlings Saga nog steeds bestaat en het is minstens zo fijn dat ze ook nog steeds prima muziek weten te maken. Hoewel ik “Detta Har Hänt” wellicht als geheel nog steeds hun beste plaat vind, hoor ik op “Sersophane” elementen die ze wat mij betreft zeker verder uit mogen werken op een volgend album (waar we dan hopelijk geen vijf jaar op hoeven te wachten). Een driekwartier durende trip in de stijl van Channeling The Sixth Extinction, ik hoor het al helemaal voor me (en dan nog het liefst in een concertzaal bij mij in de buurt…)
Wouter Brunner