Selma Lagerlöf is één van de bekendste schrijfsters die Zweden heeft gekend. Ze leefde van 1858 tot 1940 en ze is het bekendst geworden dankzij haar epos ‘Gösta Berlings Saga’ (1891), dat ook in het Nederlands onder die titel ‘Gösta Berling’ is verschenen. Het verhaalt over een door drankmisbruik uit zijn ambt gezette predikant, die ondanks deze blamage langzaam toch het vertrouwen en het contact terugkrijgt in zijn gemeenschap. Voorwaar een interessant thema en wellicht een boek dat ik zelf eens moet gaan lezen! Lagerlöf zelf, die in 1909 de Nobelprijs voor de Literatuur won, is in Nederland nog het bekendst geworden door ‘Nils Holgerssons wonderbare reis door Zweden’ (1906), hoewel ze bepaald niet bekend staat als een kinderboekenschrijfster.
Krijg je al een beetje een Zweeds gevoel? Da’s mooi, want Gösta Berlings Saga put heel veel uit de Zweedse literatuur. Zo is Aniarasviten geïnspireerd door een verhaal van Harry Martinsson, ook een Zweedse schrijver en heeft de hele plaat de bedoeling je een beeld te geven van het leven in een stad, bezien vanuit het uitgestrekte Zweedse bosland. Bij mijn volgende vakantie door dit Scandinavische land moet ik zeker deze cd eens ter hand (lees: oor) nemen, want wellicht pak ik dan werkelijk het gevoel wat de heren van Gösta Berlings Saga voor oog hadden. Hoe het ook zij, de titels van de nummers zijn voor Nederlanders onleesbaar, maar wat meer is, de muziek is instrumentaal. Dus al had de cd als thema gehad hoe je een Stockholm’s tuintje moet wieden, het had ons nauwelijks kunnen deren.
Wat belangrijker is, is de muziek. De muziek van onze Zweedse literaire vrienden op dit debuut is van grote klasse. Hoewel invloeden worden genoemd van King Crimson en Magma, hoor ik toch vooral heel veel Camel. Met name de invloed van “The Snow Goose” is huizenhoog (ah, vooruit, bomenhoog). Met name het lyrische en soms haast folkachtige sfeertje van deze plaat weten de heren van Gösta Berlings Saga feilloos te grijpen. Daarnaast bemerk ik ook invloeden van Happy The Man, maar dan minus de jazz-invloeden. Want, alhoewel er wel lustig afgeweken wordt van neergezette thema’s en heerlijk gestapeld wordt met Legoblokjes, is van een jazz-sfeertje geen sprake. Dat stapelen komt het beste tot uiting in het uitermate spannende Tog Du Med Dig Naturen? dat pas na een minuut of 8 zijn compositorische verlossing krijgt. Tot die tijd wordt heerlijk een onopgelost themaatje treiterig herhaalt, terwijl viool en gitaar en kronkelend onderdoor en overheen soleren, zonder ook maar het vervolg van het thema een beetje te verraden. Geweldig!
Ook al is de muziek volledig instrumentaal, toch roeren de heren zich soms. Je hoort ze schreeuwen, fluiten, elkaar aanmoedigen, soms zijn radiostemmen te ontwaren. Het zijn trucjes die de muziek niet alleen een zekere live-gevoel meegeven, maar ook de concentratie helpen en de aandacht niet doen verslappen. Feitelijk is dat niet echt nodig, daar alle nummers stuk voor stuk zijn voorzien van buitengewoon sterke melodieën, prachtige gitaar-, toetsen- en vioolsolo’s en ook nog productioneel klinken als een klok. Maar dat laatste zijn we wel gewend bij producties uit Zweden. Daarnaast is de muziek hypermelodieus en – alhoewel de muziek zeer kunstig in elkaar zit – toch makkelijk in het gehoor liggend. De Zweedse naam van de groep, de titel van cd en de composities zelf creëren een zekere vorm van afstand voor een Nederlandse luisteraar, zodra je de muziek hoort ben je verkocht en verbaasd over het relatieve gemak dat je zulke muziek tot je neemt. De kraakheldere en open productie zorgt ervoor dat je elke luisterbeurt nieuwe details en melodie-ontwikkelingen hoort.
Met name voor liefhebbers van symfonische rock uit vervlogen periodes, zeg maar retroliefhebbers, is “Tid Är Ljud” een warm bad. Of een sauna. Liefst te midden van bossen. Overigens, ik kan zeggen uit eigen ervaring dat dit ook prima ochtendmuziek is. Zorg echter wel dat je knäckebröd bij de hand hebt.
Markwin Meeuws