GPS

Window To The Soul

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: InsideOut
Website: www.musicbygps.com
MySpace: www.myspace.com/johnjayguthrie
Tracklist
Window To The Soul (6:57)
New Jerusalem (8:26)
Heaven Can Wait (8:03)
Written On The Wind (6:54)
I Believe In Yesterday (7:15)
The Objector (6:19)
All My Life (5:28)
Gold (5:01)
Since You've Been Gone (4:55)
Taken Dreams (4:56)
Guthrie Govan: gitaar
Ryo Okumoto: toetsen
John Payne: zang, gitaar, bas
Jay Schellen: drums, percussie
Window To The Soul (2006)

Kort voor het verschijnen van Asia’s negende studioalbum, “Architect In Time”, besloot de oerbezetting van John Wetton, Geoffrey Downes, Steve Howe en Carl Palmer definitief tot een reünie ter ere van het vijfentwintigjarig jubileum van de oprichting van de oerbezetting. In het bijzonder Downes had blijkbaar, geïnspireerd door zijn recente samenwerking met Wetton, niet al te veel moeite met het laten vallen van John Payne en kornuiten. Anno nu is “Architect In Time” niet meer dan een legende, waarvan zelfs geen voorgenomen tracklist meer terug te vinden is.

De net enigszins stabiele bezetting van Asia minus Downes zat niet bij de pakken neer en ging verder onder de naam GPS, een naamgeving in goede Anderson-Bruford-Wakeman-Howe traditie. Edoch, om zonder toetsenist overeind te blijven, zou het muzikale roer al vrij grondig om moeten. Govan, Payne en Schellen vonden versterking en niet de minste: Ryo Okumoto van Spock’s Beard beroert de toetsen.

Nu waren dan toch alle voorwaarden geschapen om gewoon een redelijk vertrouwd Asia-achtig album te maken. De promosheet kan nog zo enthousiast vertellen dat dit echt iets héél anders is; wij weten wel beter: “Window To The Soul” gaat in grote lijnen verder waar “Silent Nation” ophield. Dat wil zeggen dat weer groots klinkende AOR-songs afgewisseld worden met enkele power ballads en dat het geheel aangekleed wordt met kleurrijk spel en hier en daar een genretechnische zijsprong.

Toch is er een positief verschil met “Silent Nation”: waar deze voorganger vaak nogal gezapig klonk, is “Window To The Soul” een aanzienlijk levendiger product. Ik vermoed dat veel van de credits hiervoor naar nieuwkomer Okumoto mogen (luister alleen al eens naar zijn Moogsolo in New Jerusalem), maar wellicht heeft hij in zijn spelvreugde ook de andere heren naar een hoger plan getrokken. Opvallend is in elk geval dat de heren zich ook domweg meer instrumentaal gefröbel veroorloven. De gemiddelde songlengte is met ongeveer een minuut gestegen en dat zit hem vooral in de instrumentale gedeelten, want de songs an sich zijn niet al te veel veranderd.

En dat legt de vinger ook wel op een enigszins zere plek: echt briljante liedjesschrijvers zijn Payne en de zijnen nu eenmaal nooit geweest. Hier en daar gaat het wel goed: New Jerusalem is zó pakkend en zó goed dat het (opgelet: nu komt er een recensentencliché) een uitstekende singlekeuze zou zijn. Daarentegen ken ik maar weinig nummers onder de titel Heaven Can Wait met zo’n flauw refrein. Het is niettemin een bescheiden puntje van kritiek, want het nummer kent zo’n waanzinnig energetische drum/gitaar-break dat de pijn van het refrein onmiddellijk weer vergeten is. Toch is het wellicht een idee om voor een volgende plaat wat externe hulp bij het componeren in te roepen, want dan zouden deze spelers er zomaar eens een echt meesterwerk van kunnen maken!

Written On The Wind is één van de meer verrassende nummers op de plaat. Het akoestische eerste couplet lijkt op een redelijk standaard manier aangevuld te worden, maar het nummer blijkt nog vele rustpunten te kennen. Het roept wat mij betreft een beetje de sfeer van Genesis‘ plaat “Wind And Wuthering” op. Verder dacht ik bij de eerste keer dat ik de jazzrock-achtige intro van The Objector hoorde, dat er een instrumentaal nummer zou komen (hoorde ik hier een beetje Toto’s Dave’s Gone Skiing?). Misschien ook een kans voor de volgende keer.

Tot slot nog een woord van lof over Taken Dreams: het slotnummer vormt misschien wel Guthrie Govans beste performance op deze plaat en is een schoolvoorbeeld van hoe een in essentie simpel nummer tot iets buitengewoon opzwepends gemaakt kan worden. Kortom: een goede keuze om mee af te sluiten.

Al met al een goed ‘debuutalbum’. Er zit nog wat meer in, maar tussen de Asia-met-Payne-albums mag deze plaat al iets bovenin de middenmoot. Misschien moeten we zelfs wel concluderen dat het de Asia-erfenis is die ons relatief flauwe nummers als I Believe In Yesterday en Since You’ve Been Gone oplevert. Als het recente werk van John Wetton en Geoffrey Downes enigszins representatief is voor wat de Asia-reünie ons gaat brengen, vormen zij in elk geval geen partij voor GPS. Heeft u dat? Oké, nog een keer dan: leve GPS!

Casper Middelkamp

Send this to a friend