Ik stel me bij huize Pallaoro de volgende discussie voor:
Zeg, nu we de cd bijna klaar hebben, hoe zullen we hem noemen?
– ‘Joy’ naar het vierde nummer? Dan weten ze in elk geval dat we vaak plezier hebben.
Mwah, ik weet niet.
– ‘Rock Waters’ dan misschien? Het is toch ‘Rock’ en het vloeit ook!
Nou, rock, rock. Misschien toch meer de nadruk leggen op ‘Prog’.
– Dan doen we ‘Prog Waters’!
Ja, goed idee. Of gewoon lekker simpel ‘Gran Torino Prog’.
– Ja, geweldig!
Ik weet niet wat ze gerookt hebben, maar dat het label ze niet heeft tegengehouden, is voor mij onbegrijpelijk. De plaat is ook nog eens getooid met één van de slechtste hoezen van Mark Wilkinson ooit. Maar goed, de volgende vragen en antwoorden zijn natuurlijk van meer belang:
Is de plaat slecht? Nee.
Is de plaat goed? Nee.
Gran Torino is een instrumentaal gezelschap uit Verona in Italië dat al sinds 2000 als coverband samenspeelt. Daardoor wekt het geen verbazing dat het de vier heren wel degelijk kunnen spelen. Zowel gitarist Cristiano Pallaoro als toetsenist Alessio Pieri, die voornamelijk op de Hammond tekeer gaat, laten een sterk staaltje kunsten horen. Voeg daaraan toe de technisch zeer begaafde drummer Gian Maria Roveda en tenslotte bassist Fabrizio Visentini, die gelukkig duidelijk hoorbaar in de mix van de muziek is geplaatst. Kortom: vier gedreven musici die kunnen spelen, dat zou toch een garantie moeten zijn voor een geweldige plaat?
Helaas moet ik constateren dat “GrantorinoProg” wel áárdig klinkt, maar nergens schokkend is. De tien instrumentale composities dwingen nergens tot opletten, het gaat het ene oor in en het andere uit. Toegegeven zijn de gitaarsolo’s en vooral de Hammondsolo’s om van te smullen, maar de basisthema’s zijn niet bijster interessant.
Grand Torino levert dus met “GrantorinoProg” een cd af die geen deuk in een pakje boter zal veroorzaken. Leuk voor tijdens de afwas, heb ik gemerkt. Helaas zullen de meesten van onze lezers een afwasmachine hebben!
Markwin Meeuws