Een album als rouwproces en verwerking van groot leed. Zo mag je het album “Red” van de Britse formatie Gravity Machine bestempelen.
Dat het leven betrekkelijk is en vergankelijk weet Niall Parker als geen ander. In 2016 verloor hij zijn vrouw aan kanker. Ze werd slechts 40 jaar. Nadat hij de eerste klap te boven was en de brokstukken bijeen had geveegd, keek hij in een zwart gat. Toen besloot hij als vorm van rouwverwerking muziek te schrijven en dat uit te brengen. Vergelijkbaar met het boek Ghost Rider wat de overleden Rush drummer Neil Peart schreef nadat hij in korte tijd zijn vrouw en dochter verloor. Het resultaat is “Red”, waarvan de titel een verwijzing is naar de haarkleur van zijn vrouw.
De muziek op “Red” wordt gedomineerd door toetsen, elektronica en bij tijd en wijle ferm gitaarwerk. De ritmes uit de drumkit van Bob Shoesmith zijn naast groovy vaak donker. Tegen het duistere aan. Af en toe lijkt het alsof ze met behulp van de computer zijn gemaakt. Niet zelden creëren ze een hypnotiserende sfeer. Nee, het is beslist geen vrolijkheid wat je als luisteraar voor de trommelvliezen krijgt. Liefhebbers van gitaar- en toetsen solo’s moet ik ook nog eens teleurstellen. Die tref je niet aan. Maar ze worden niet gemist. Wat blijft er dan wél over zul je je als liefhebber afvragen? Genoeg om van te genieten, ondanks het trieste thema. Of dankzij?
“Red” telt 11 nummers die allemaal in elkaar overvloeien. Daarom is mijn advies dit album in één luisterbeurt tot je te nemen. Van seconde 1 tot en met seconde 2.993. Laat je hoofdtelefoon liggen. Zet het volume wel wat tandjes hoger. Dan hoor je de eerste seconden, maar ook gaandeweg het album, vogeltjes vrolijk fluiten. Red hield ongetwijfeld van dit gefluit. Het geluid van onze gevederde vrienden trekt je ongemerkt het openingsnummer It’s Summer in. Om je niet meer los te laten.
Niall Parker neemt naast toetsen, gitaar en bas ook de zang voor rekening. Hij is een verdienstelijk zanger. Niet meer dan dat. Zijn karakteristieke donkere en licht raspende stem past naadloos bij de muziek. She’s Calling Me Home laat dat goed horen. Het instrumentale intermezzo Red’s Song zorgt dat het thema in je bovenkamer beklijft.
Dreamtime kenmerkt zich door hypnotiserende toetsen en een afwisseling van slepend gitaarwerk met enkele uitbarstingen. Hier droomt Niall over hun mooie leven samen. In The Depths markeert het zwarte gat. Door Niall letterlijk verwoord als het diepste punt van de oceaan waar licht ontbreekt. ‘Dreams are no longer lies to fear.’
“Red” heeft ook zijn stevige momenten. Een daarvan is Standing Stones. Vanwege het zware gitaarwerk het meest heavy nummer. De passages met samenspel van gitaar en toetsen zijn goed getimed en doen wat denken aan Riverside. Pharmacopoeia is op zijn zachtst gezegd vreemd. Het verbeeldt de muzikale weergave van chemotherapie. Er hangt een bewust gecreëerde dissonantie met spookachtig toetsenwerk en percussie. De nauwelijks hoorbare declamatie van een lijst aan medicamenten versterkt de sfeer.
Met het afsluitende Nightfall wordt het rouwproces voltooid. Het is met 381 seconden gelijk het langste nummer dat berusting en hoop ademt. Na de prachtig verwoordde laatste zin ‘And the heart’s dancing fire will never end’ sterft de muziek gedurende een minuut langzaam weg.
“Red” raakte mij pas goed na een luisterbeurt of vijf. De laatste keer dat ik zo werd geraakt door een album was in 2006. Daarvoor verantwoordelijk was Sylvan met het album “Posthumous Silence”. Net als dat album trekt “Red” van Gravity Machine al maanden als een magneet richting mijn cd-speler. Het album is stiekem deel van mij geworden. Daarom is dit mijn album van 2020.