De tand des tijds, het krijgt ons uiteindelijk allemaal te pakken. De een wordt geleidelijk en de ander plotseling oud. Bij sommigen zie je op latere leeftijd nog het kleine meisje of jongetje in het gezicht, anderen zijn volkomen onherkenbaar. Tot de laatste categorie behoort helaas Greg Lake.
De voormalige frontman van Emerson, Lake & Palmer heeft een lange, vruchtbare carrière om op terug te kijken en dat is dan ook precies wat hij doet op “Songs Of A Lifetime”. De cd is een weergave van een tournee door de VS en Canada in 2012. In deze theatertour speelt Lake een selectie van zijn werk door de jaren heen, van King Crimson, ELP en soloalbums, aangevuld met een enkele cover van artiesten die hem hebben beïnvloed. Het geheel wordt door hem aan elkaar gepraat met anekdotes en belevenissen. Wat mij betreft had het bij die praatjes mogen blijven, want om eerlijk te zijn is zijn stem volkomen onherkenbaar als die van de Greg Lake uit de gloriejaren van King Crimson en ELP. Hij klinkt als een kortademige versie van Tom Jones meets Johnny Cash, en dat geeft vermoedelijk meteen aan waar het aan schort: te veel drank en drugs door de jaren heen en te weinig sport. Lake was al nooit het dunste jongetje van de klas, maar de meneer die op de hoes – en op veel plaatsen op internet – als ‘Greg Lake’ staat afgebeeld, is beslist niet mijn held van vroeger. Onwillekeurig dwalen mijn gedachten af naar de afgetrainde lichamen van Keith Emerson en vooral Carl Palmer.
Goed, wát speelt hij dan uit zijn carrière? Het zijn de onvermijdelijke klassiekers uit zijn oeuvre: 21st Century Schizoid Man (een outtake van een minuutje en natuurlijk zónder het ‘moeilijke’ middenstuk), Epitaph/In The Court Of The Crimson King, From The Beginning, Still…You Turn Me On, en niet te vergeten Lucky Man. Afgezien van een enkele medespeler, staat Lake de hele avond alleen op het podium, begeleid door een achtergrondtape, waaroverheen hij dan gitaar, bas of toetsen speelt en natuurlijk zingt. Het geheel heeft gewoon iets erg tragisch en doet me voortdurend denken aan de reclame met de zanger van Boney M, die op latere leeftijd helemaal alleen op het podium nog steeds zijn maffe dansje doet – in een bejaardentehuis.
Is het dan allemaal slecht? Nee, er is een aantal pareltjes op deze cd terug te vinden – en helaas is het niet de muziek. De verhalen die hij tussendoor vertelt, zijn geestig, ontroerend én hier en daar zelfs onthullend. Zo vertelt hij dat het album “In The Court Of The Crimson King” bijna klaar was, en dat er nog geen albumhoes was. Pete Sinfield had een vriend die kunstenaar was en een tijdje later, toen de band bezig was met de opnames voor Schizoid Man kwam deze Barry Godber in de studio langs, met het inmiddels beroemde ontwerp. Het was voor iedereen meteen duidelijk dat dit ‘Schizoid Man’ wás. Godber had uiteraard het nummer nog nooit gehoord. Tragische bijkomstigheid was dat Godber drie dagen later, gewoon op straat, een hartaanval kreeg en dood neerviel.
Wat mij betreft, afgezien van de anekdotes, een overbodig album, dat mij alleen maar terug doet grijpen naar de originele nummers op de originele albums.