1974. Twee jaar na het debuut is Grobschnitt terug met een nieuw album: “Ballermann”. De bezetting heeft dan inmiddels een tweetal wisselingen ondergaan. Tweede drummer Axel Harlos (Felix) en toetsenist Hermann Quetting (Quecksilber) zijn vertrokken, Volker Kahrs – beter bekend onder de naam Mist – is de gelederen komen versterken. En hoewel er nog vele veranderingen zouden volgen, waarbij met name de positie van bassist aan wisseling onderhevig was, vormde het kwartet Eroc, Wildschwein, Lupo en Mist tot 1982 een stabiele basis van Grobschnitt.
Na bijna twee jaar toeren werd in februari 1974 de studio van Dieter Dierks opgezocht voor een opvolger van het titelloze debuut. Het bescheiden budget dwong de band tot doorwerken en in slechts drie dagen werd voldoende materiaal voor een dubbelelpee opgenomen. De tweede plaat zou worden gevormd door een nieuwe versie van Sun Trip, inmiddels Solar Music geheten, terwijl de eerste plaat zou bestaan uit een aantal losse nummers. Bestond het debuut nog uit een veelvoud aan stijlen, op de eerste plaat van “Ballermann” voert de symfonische rock duidelijk de boventoon, waarbij gelijkenissen met Yes en Genesis meermaals opduiken.
Het eerste nummer, Sahara, vangt aan met een lollig, door Eroc in gefingeerd steenkool-Engels gesproken intro dat op deze heruitgave vreemd genoeg als een los nummer is benoemd. Ook het nummer zelf is weer een typische Grobschnitt-curiositeit waarin een vreemde tekst en merkwaardige samenzang gecombineerd worden. Een opvallende opener, die in eerste instantie de interesse wel weet te wekken, maar die na herhaalde beluistering toch wel wat irritant wordt, vooral ook omdat het nummer behalve de humor eigenlijk niet zo veel om het lijf heeft. Gelukkig wordt het hierna alleen maar beter.
Nickel-Odeon kent weer een sterk staaltje zangtheater van Wildschwein, die werkelijk ziel en zaligheid inzet om het gewenste pathos over het voetlicht te brengen. Verder is het een nummer met een lekkere drive, met veel gitaar- en orgeltapijten en dynamisch drumspel van Eroc.
Drummer’s Dream zou met wat fantasie een ballad genoemd kunnen worden, maar dan wel een met de nodige spacerock-invloeden; een fijn nummer. Een tweede ballad, Morning Song, is dan ook wellicht wat veel van het goede, zeker ook omdat het nummer eindeloos terugkeert naar hetzelfde vervelende dreinende melodietje. Het begin is nochtans erg aardig, maar beter ware het geweest als het nummer zich tot een minuut of drie beperkt had.
Prijsnummer van de eerste plaat is de afsluiter Magic Train, dat met een ruime dertien minuten op veel andere albums voor een lang nummer door zou gaan. ‘Take a ride of fantasy, the free ticket is this song / Listen carefully and you will see, the power of music is strong’, kweelt Wildschwein, en het nummer roept bij mij inderdaad het gevoel aan een reis op. Een lange treinreis, met uitgestrekte en ononderbroken landschappen en een enkel station. Een ontspannende treinreis bovenal, met de nodige versnellingen en vertragingen, maar zonder abrupte overgangen. Veel gitaar uiteraard, maar ook voor het eerst gebruik van een Mellotron. Qua stijl werpt dit nummer zijn licht vooruit richting “Rockpommel’s Land”, wat zeker voor een groot deel aan Mist toe te schrijven is.
En dan is het tijd voor wat oorspronkelijk de tweede plaat was. ‘incl. 33 min version of solar-music’ prijkt als aanprijzing op de hoes van “Ballermann”. Het is veelzeggend voor hoe belangrijk dat nummer toen al in de carrière van Grobschnitt was. Live werd steeds veel geïmproviseerd, waardoor het nummer in de loop der tijd evolueerde. Van het oorspronkelijke Sun Trip is anno 1974 niet veel meer over en dat vind ik eigenlijk alleen maar positief: waar dat nummer nog kampte met niet-ingeloste verwachtingen, is Solar Music wel één lange, fascinerende trip. De zang is grotendeels achterwege gelaten, alleen in het begin zit een kort stukje en een (gerobotiseerde) stem vraagt later enkele malen “Do you hear Solar Music?”. Nou en of! Maar waar bestaat die solar music dan uit? Repetitieve spacerock-stukken met veel Hammond-orgelspel, zelfs een stuk met enkel Hammond en drums en uiteraard weer veel momenten voor Lupo om te glanzen. Maar is dat de kern van solar music? Niet echt. Het nummer is vooral een trip zonder weerga die zich moeilijk in woorden laat vatten. En dan te bedenken dat het nummer nog verder zou evolueren. De 33 minuten werden er met het verstrijken van de jaren steeds meer en vier jaar later – in 1978 – zou de ‘definitieve’ versie het licht zien: “Solar Music Live”.
“Ballermann” bestrijkt in zijn oorspronkelijke vorm 74 minuten, bijna een volledige cd dus. Derhalve bleef er op deze remaster nauwelijks ruimte over voor bonusmateriaal. Slechts een andere versie van Sahara is toegevoegd, een versie die blijkens de liner notes dateert van na de opnamen van “Ballermann”, maar wat de reden is geweest voor de herziening wordt helaas niet vermeld. Het is verder niet meer dan een aardigheidje, maar meer was ook niet nodig: “Ballermann” heeft van zichzelf al meer dan voldoende te bieden.
Grobschnitt continueerde het succes van hun debuut, al heeft de (terechte) populariteit van Solar Music de rest van de plaat altijd wat overschaduwd. Ten onrechte wat mij betreft, want Magic Train en Nickel-Odeon behoren ook zeker tot het betere werk van de band. Met drie symfonische topstukken mag het dan ook niet verbazen dat ik dit album als een van de hoogtepunten in de geschiedenis van de Duitse symfonische rock beschouw en ik beveel iedereen deze heruitgave van Universal dan ook van harte aan.