Het Duitse Grobschnitt bezit in het thuisland een behoorlijke cultstatus, maar heeft in Nederland nooit echt potten kunnen breken. Ongetwijfeld was de jarenlange slechte verkrijgbaarheid van de meeste albums hier mede debet aan. Dankzij Universal Music is anno 2015 de hele discografie eindelijk weer beschikbaar (anders dan tegen zeer hoge prijzen op eBay) en alle albums zijn bovendien rijkelijk voorzien van bonustracks.
Grobschnitt ontstaat in 1971 als Kapelle Elias Grobschnitt, vernoemd naar een muziekkapel bestaande uit Duitse soldaten in de Eerste Wereldoorlog, maar de bandnaam wordt als snel ingekort tot Grobschnitt. Stefan Danielak (gitaar, zang), Joachim Ehrig (drums) en Gerd-Otto Kuhn (gitaar) hebben dan al een aantal jaar in hun woonplaats Hagen samengespeeld in bandjes, waarvan de laatste jaren ook Bernhard Uhlemann (basgitaar) en Axel Harlos (drums) deel uitmaken. Met toetsenist Hermann Quetting is de eerste bezetting compleet. De band maakt naam met zijn liveshows, die zich in de loop der jaren tot ware spektakelstukken zullen ontwikkelen (inclusief theater en vuurwerk- en lichtshows van een voor die tijd ongekende omvang) en die vaak urenlang duurden, mede dankzij lange jamstukken. Ook vallen de bandleden op door hun gebruik van merkwaardige bijnamen: Wildschwein, Eroc, Lupo, Bär, Felix en Quecksilber.
De band speelt aanvankelijk een mix van verschillende stijlen, waaronder hardrock, krautrock, spacerock en uiteraard symfonische rock, al zal die laatste stijl later in het decennium meer op de voorgrond treden. Het debuut wordt in 1971 in Hamburg opgenomen in de Windrose Studios in Hamburg, onder leiding van Frank Mille en de beroemde geluidstechnicus Conny Planck. In 1972 wordt het album uitgebracht op het Brain-label, waar de band vrijwel zijn hele carrière zal blijven.
Albumopener Symphony is de vroegste Grobschnitt-klassieker. Direct manifesteert zich de komische kant van Grobschnitt middels een even stompzinnig als pakkend gezongen lalala-melodietje, waarbij de band zich laat begeleiden door strijkers van de Hamburgse Staatsopera. De eerste helft van het nummer varieert rond deze melodie en laat de band van zijn meest groovende kant zien. Na een kleine zes minuten sterft het geluid echter langzaam weg, waarna het orkest de melodie nog eenmaal oppakt, alvorens eerst het orgel van Quecksilber en vervolgens de gitaar van Lupo het nummer een veel melancholischere wending geven.
Travelling kent een glansrol voor Lupo’s gitaarspel, begeleid door spannende maar vrij repetitieve percussie en erg expressieve zang van Wildschwein. Wonderful Music is een bron van rust op dit album; een mooie opening op dwarsfluit door Bär en een prominente rol voor het spinet van Quecksilber in het meest traditioneel symfonische nummer op deze plaat.
Het achttien minuten durende Sun Trip vormt het tweede epos. Een (door Eroc?) gesproken pseudo-bijbels onzinintro met de titel Am Ölberg vormt het begin tot spacerock van On The Way, wat mij betreft het beste van de vier delen waaruit Sun Trip bestaat. Van Battlefield had gezien de titel wel wat meer vuurwerk verwacht mogen worden, maar in plaats daarvan blijft het nummer wat lang hangen rond het onheilspellende maar erg downtempo drumspel van Eroc. Pas als Wildschwein vocaal aanzet en een blik geluidseffecten wordt opengetrokken gaat het tempo iets omhoog, maar echt vlammen wil het niet. Ook in New Era blijft de verwachte tempoversnelling lang uit, pas in de laatste halve minuut gaat de band ineens los zonder dat het nummer dan nog echt ergens heen gaat. Het voelt als een gemiste kans: Sun Trip wekt een hoop verwachtingen, maar laat deze onvoldoende uitkomen. Aan de uitvoering ligt dat overigens geenszins, er valt een hoop te genieten aan met name zang, drum- en gitaarspel, maar compositorisch is het geen hoogvlieger (pun intended).
Live kwam het nummer beter tot zijn recht. Hier werd het nummer tot wel een uur opgerekt en uit deze versie zou uiteindelijk Solar Music groeien, maar daarover meer in de recensie van de opvolger “Ballermann”.
De bonustracks bestaan op dit album uit een liveversie uit 1971 van About My Town, een nummer uit de beginperiode van de band dat uiteindelijk nooit op plaat zou belanden. Hier valt wel iets voor te zeggen, want ondanks dat het nummer best de moeite waard is, zou het debuut er niet beter door geworden zijn. Wat mij verder opvalt, is het nogal abrupte einde van het nummer; de twee andere versies van dit nummer die ik ken (beide uit hetzelfde jaar), duren veel langer dan deze elf minuten.
Another Symphony is een liveversie van Symphony die bijna twee keer zo lang duurt als het origineel. De opname stamt uit 1977 en het concert is eerder al verschenen in de door Eroc in eigen beheer uitgegeven Silver Mint-serie, waardoor het voor de completist een wat overbodige toevoeging is. Daar komt bij dat ik zelf eigenlijk niet zo’n liefhebber ben van het gebruik van bonusmateriaal dat uit een hele andere periode afkomstig is dan het album waaraan het wordt toegevoegd. Dat neemt uiteraard niet weg dat dit nummer bij uitstek toont hoe Grobschnitt zich live manifesteerde en hoe aan sommige nummers in de loop der jaren een hele andere draai werd gegeven. Als Die Sinfonie stond het nummer namelijk nog jarenlang op de setlist bij concerten en in 2013 verscheen het nummer zelfs nog op een ep met dezelfde titel, een opname afkomstig uit de concerten die de band in 2012 gaf met het Hagens filharmonisch orkest.
Het debuut van Grobschnitt is binnen de eigen discografie altijd overschaduwd door de twee meesterwerken “Rockpommel’s Land” en Solar Music. Op de status van deze twee epics valt uiteraard niets af te dingen, maar dat de band zoveel meer moois heeft gemaakt bewijst deze geremasterde versie van “Grobschnitt”, die eigenlijk voor iedere progliefhebber een aanrader is.
Hopelijk garandeert de betrokkenheid van Universal Music dat de Grobschnitt-albums ook in de toekomst leverbaar blijven zodat ook toekomstige generaties kennis kunnen blijven nemen van deze unieke Duitse band!