Het Zweedse gezelschap Gudars Skymning maakt licht progressieve, licht psychedelische blueshardrock van het soort waarbij de fuzzbox een welhaast grotere rol speelt dan de gierende elektrische gitaar zelf. De lange haren, wijd uitlopende broekspijpen en plateauzolen worden nog net niet bij het album bijgeleverd, maar het is duidelijk dat de Zweedse heren een bijzondere voorliefde hebben voor de tijd van bruin sanitair en grote revers. Met “Mörka Vatten” brengen zij hun tweede album uit, na eerder al in eigen beheer een album en demo vervaardigd te hebben.
In goede jarenzeventigtraditie telt Gudars Skymning twee gitaristen, die zich beiden met bijzonder veel verve en plezier ongans spelen. Hierbij dienen de composities doorgaans voornamelijk als vehikel voor de fraaie solo’s van Knut Hassel en Kenny-Oswald Sjödin, wat overigens geenszins ten koste gaat van de strakke structuur van de nummers. Met hun vlammende solo’s en de vurige riffs doet de band veelvuldig denken aan klassieke bands als Lynyrd Skynyrd en Uriah Heep, maar ook aan acts als Black Sabbath en zelfs het ondergewaardeerde Zweedse Trettioariga Kriget voorwaar, geen beschamende vergelijkingen.
Het is echter spijtig dat de zang van Kenny-Oswald Sjödin zich niet kan meten met zijn gitaarvaardigheden. Zijn rauwe, niet altijd even toonvaste geluid beperkt meermaals de overtuigingskracht van de nummers, die hierdoor volledig afhankelijk worden van de gitaarkunstjes van zijn kompaan Knut Hassel en hemzelf. Bovendien houden de heren van Gudars Skymning zo sterk vast aan het door hen gebezigde sjabloon dat veel van de nummers onderling inwisselbaar lijken. Een uitzondering in positieve zin is het langste nummer van het album, Aldrig har jag vetat, dat voldoende de ruimte krijgt om zich zowel compositorisch als wat solo’s betreft te ontplooien, maar verder is de samenhang tussen de nummers wel al te groot.
Dit alles maakt dat Gudars Skymning geen hoogvlieger is, maar evenwel toch weet te plezieren. “Mörka Vatten” is een antiquarische aandoende verzameling vermakelijke progpsychhardrockliedjes met niet zo plezante zang doch wel met veel indrukwekkend soleergeweld niets meer, maar toch ook niets minder.
Christopher Cusack