H

IceCreamGenius

Info
Uitgekomen in: 1997
Label: Castle
Land van herkomst: Groot-Brittannië
Website: http://www.stevehogarth.com/
MySpace: Steve Hogarth
Tracklist
The Evening Shadows (4:27)
Really Like (5:20)
You Dinosaur Thing (5:03)
The Deep Water (8:01)
Cage (7:02)
Until You Fall (3:58)
Better Dreams (7:23)
Nothing To Declare (6:32)
Steve Hogarth: zang, samples, synthesizer
Met medewerking van:
Richard Barbieri: toetsen
Clem Burke: drums
Brian Edwards: saxofoon
Trevor Edwards: trombone
Stuart Epps: achtergrondzang
Steve Gordon: viool
Dave Gregory: gitaren
Steve Jansen: percussie
Luis Jardim: percussie
Craig Leon: viool
Chucko Merchan: bas
Eddie Tan-Tan Thornton: trompet
Casal Webb: achtergrondzang
Tim Wheater: fluit
H Natural dvd (2007)
Live Spirit : Live Body (2002)
IceCreamGenius (1997)

Na het eclatante artistieke succes van Marillion’s album “Afraid Of Sunlight” (juni 1995) had één der grootste symfo acts aller tijden Marillion een rustpauze ingelast die tot april 1997 duurde. In die maand kwam namelijk het album “This Strange Engine” ter wereld.

Alle tijd dus voor allerlei solo perikelen. Zo kwam Steve Rothery (met behulp van Pete Trewawas) met een zeer geslaagd project dat de naam The Wishing Tree mee kreeg. Ook andere Marillion leden lieten in de lente van 1996 van zich horen. Toen kwam namelijk het ambitieuze project van de Fransman Sylvain Gouvernaire (van de Franse band Arrakeen) uit. In dit vrij simpel “Iris” gehete project mochten Pete Trewawas en Ian Mosley zich tot een drie-eenheid vormen met de ietwat bombastisch ingestelde Fransoos. Toetsenist Mark Kelly ging zich bezig houden met het produceren van een cd van de groep Jump. Om zich niet te hoeven vervelen ging ook zanger Steve Hogarth aan de gang met een solo project. Athans, ‘solo project’ is misschien niet het goede woord want er deden behoorlijk wat muzikanten mee op dit uitstapje dat de naam H meekreeg. Waarschijnlijk is zijproject een beter gekozen woord. Hoe dan ook, op 27 februari 1997 was het eindelijk zover, het album “Ice Cream Genius” werd op de mensheid afgeschoten.

Het was behoorlijk druk in de studio tijdens de opnames van dit album. Zo had Hogarth een heuse band samengesteld met muzikanten vanuit succesvolle acts uit (vooral) het begin van the 80’s. Zo was muzikaal compagnon op dit project niemand minder dan Richard Barbieri (Japan en Porcupine Tree). De gitaar werd bediend door XTC gitarist Dave Gregory, de bas was in handen van Eurythmics bassist Chucho Merchan en tenslotte waren de drumstokjes toevertrouwd aan oud-Blondie drummer Clem Burke. Dit zootje ongeregeld – ook nog regelmatig aangevuld met Steve Jansen (ook ex-Japan) – werd onder controle gehouden door producer Craig Leon die al wel wat gewend was door middel van zijn eerdere werk met zwartkijkers The Fall en notoire onruststokers The Ramones. De grappige hoes kon op het conto van Hugh Gilmour en Niels Van Iperen worden bijgeschreven. Het verhaal gaat dat de foto’s die gemaakt zijn van Hogarth al spelend met een softijsje (smaak onbekend) geschoten zijn op een parkeerplaats in Amsterdam Sloterdijk. De ijsjes zouden afkomstig zijn van het aldaar gevestigde McDonald’s eetpaleis maar dit zijn slechts, doch zeer onderbouwde, geruchten die verder niet echt belangrijk zijn, maar toch… je kan het maar weten!

Dan het hele muzikale gebeuren op deze cd. De muzikanten zijn natuurlijk door de wol geverfd dus daar zal het niet aan liggen. Door het zeer herkenbare stemgeluid van H krijg je al gauw een soort van Marillionsausje over dit album heen gedrapeerd. Of dit terecht is, is nog maar de vraag. De nummers zijn nogal wisselend van stemming en, maar wat belangrijker is, van kwaliteit. Albumopener The Evening Shadows is nog wel enigszins Marillion gerelateerd. Het is een vrij somber maar wel heel sfeervol nummer. Het wordt zeer ingetogen gezongen door H die verhaalt over het beest wat in hem zit en dat er ’s nachts (vast na de nodige versnaperingen) pas uitkomt en eigenlijk meer kapot maakt dan hem lief is. Na het niet echt memorabele Really Like (vrij saai slaggitaartje, simplistische pianopartij en ronkende bas) is het de beurt aan de eerste en tevens enige single van het album. You Dinosaur Thing is in al zijn eenvoud gewoonweg slecht te noemen. Weer een slaggitaar, vreselijk vrolijke drumslagen en zanglijnen die steeds meer gaan tegenstaan. Ik denk mede de reden dat dit album nou niet echt goede verkoopresultaten heeft gehaald, ten grondslag heeft gelegen aan de keuze van deze single. Net als je de hoop op verbeteringen heb laten varen, komt H ineens met The Deep Water op de proppen. Een werkelijk prachtig sferisch nummer dat je doet sidderen van genot. Het nummer is een beetje te vergelijken met één van de hoogtepunten van het daarvoor uitgeven “Afraid Of Sunlight”, namelijk Out Of This World. Dit nummer doet dan ook behoorlijk denken aan Marillion al kan je een vergelijk met de in 1991 uitgebrachte cd “Rain Cow Tree” van Rain Tree Crow (alle leden van Japan, waaronder Barbieri en Jansen, op een fabelachtige cd) ook niet ontkennen. Ook het nummer Cage heeft wel de nodige invloeden van Japan in zich. Het is een vrij mystiek nummer geworden dat door de nodige spanningselementen (zeer subtiel gitaargetokkel en allerlei bliepjes vanuit het toetsenarsenaal van Richard Barbieri) een behoorlijk goed lied is geworden. Je moet het weliswaar wel meerdere keren beluisteren, want de eerste keer dat je het hoort lijkt het net alsof je in een aquarium terecht bent gekomen.

Het laatste trio nummers dat Hogarth en co voor ons in petto heeft, bestaat uit Until You Fall, Better Dreams en Nothing To Declare. Het eerstgenoemde is een up-tempo rocker zoals er in die tijd wel meer in de Engelse hitlijsten stonden. Een vrij vrolijk indie / brit-pop nummer dat niet verveelt, maar het ene oor ingaat en zonder even te blijven hangen het andere oor weer uitwaait. Daarentegen is Better Dreams weer wat zwaardere kost en dus eigenlijk ook wel betere kost. Het nummer heeft een zeer sfeervolle omlijsting die zowel droefheid alsmede kracht uitstraalt. De stemming die je tegenkomt lijkt behoorlijk veel op die het latere werk van Talk Talk ook uitstraalt. Het nummer had ook zo op het solo album van Talk Talk frontman Mark Hollis gepast, ware het niet dat het album van Hollis pas een jaar later uitkwam. De sfeerpartijen van Barbieri zijn kippenvel opwekkend en de fluitsolo van Tim Wheather gaat door merg en been. Zeker niet vrolijk maar o zo goed! Dan zijn we inmiddels ruim veertig minuten bezig en is het laatste nummer van “Ice Cream Genius” aangebroken. Nothing To Declare had als werktitel Aeroplanes gekregen, op zich niet heel vreemd omdat dit woord een aantal keer voorbij komt tijdens dit muzikale werkje. Tekstueel gaat het nummer over het reilen en zeilen bij de douane. Zoals vrijwel de hele de cd is ook dit nummer behoorlijk ingetogen. Er hangt een bijna jazzy vibe over dit lied heen. De stem van Hogarth gaat voor de eerste keer echt de hoogte in en ‘sfeervol’ is voor de zoveelste keer het toverwoord. Weer kan je de invloed van Japan niet ontkennen dus je kan wel stellen dat de invloed van Barbieri, wat betreft het muzikale gedeelte dan, toch groter is dan in eerste instantie werd aangenomen.

Een zeer behoorlijk album van Steve Hogarth! Er staan wel twee wat mindere nummers en zelfs één erg slecht nummer op de cd, maar dat maken de andere vijf ruimschoots goed. Voor de Marillion / Japan / Barbieri fan een behoorlijke aanrader. Nog een tip voor het slapen gaan: vind je het in eerste instantie niks, draai hem gewoon nog maar een keer!

Overigens is een jaar na de release van deze cd ook de Amerikaanse versie op de markt gebracht waarop You Dinosaur Thing b-kant The Last Thing bijgeperst is. Misschien is deze versie te prefereren boven de Europese versie aangezien The Last Thing zeker de moeite waard is.

Sander Kok

Send this to a friend