Het is mijn goede gewoonte om bij nieuwe groepen eerst te googlen op de naam van de band. Nu, dat heb ik met Haken geweten. De eerste honderd hits gingen over allerhande brei- en naaiwerkjes en verwees me menig keer naar sites voor oud-Hollandse ambachten. Nu beoefent deze Engelse band wel een nobel ambacht, maar oud-Hollands kan dat zeker niet genoemd worden.
Haken is wél een in 2007 opgerichte band afkomstig uit Londen en we mogen dit gezelschap absoluut scharen onder het motto ‘wat goed is komt snel’. Nadat de groep een optreden had verzorgd in een plaatselijke bar was een optreden in een uitverkochte ‘The Peel’, een gerenommeerd concertpodium in Londen, snel een feit. Optredens in het voorprogramma van onder meer Riverside, Bigelf, Kings X en bevriende band en stadgenoten To-Mera (waarin bassist Thomas MacLean gitaar speelt) zorgden voor een stroomversnelling. Nadat een demo werd verspreid via het muziekblad ‘Classic Rock presents’ legde Sensory de groep vast op haar platenlabel.
Het eerste volwaardige product van Haken heet “Aquarius” en telt zeven nummers die variëren in speelduur van zes tot en met bijna zeventien minuten. Muzikaal gezien bestrijkt dit debuutalbum een vrij breed spectrum binnen de progressieve rock en kenmerkt zich door muzikaliteit, verrassende wendingen en stijl- en tempowisselingen.
De eerste minuten van The Point Of No Return zorgen voor een Flower Kings-achtige intro, waarna Ross Jennings het heft in handen neemt met zuivere en mooie zang, enkel begeleid door rustig pianospel. Het stemgeluid van Jennings is een mix van James Labrie (Dream Theater) en Trent Gardner (Magellan). Het nummer kent net als de meeste andere nummers diverse stijl- en maatwisselingen. We horen vreemde toetsenriedels, trombone, een prominente basgitaar en zelf een jazzy pianostuk wat het geheel een Magellan-achtig geluid geeft.
Streams opent met vrolijk pianospel en een opbouw die sterk aan Moon Safari doet denken, waarna strakke en snelle gitaarriffs en gevarieerd drumwerk het nummer als het ware optillen en leiden richting een spookachtige passage met onheilspellende orgelklanken en een gruntende Jennings. Haken blijkt goed in staat om binnen elk nummer een variatie aan sferen neer te zetten. Nooit eerder hoorde ik immers achtereenvolgens Moon Safari, Dream Theater, Magellan en Queen, zoals op Aquarius te horen valt.
Een stuk ruiger en rauwer gaat het aanvankelijk toe in Drowning In The Flood met stevig gitaarwerk van Richard Henshall en een (bewust) geforceerd zingende Jennings. Wat heeft deze man een strot. Halverwege is het alsof het grauwe wolkendek opentrekt en vrolijke zonnestralen op aarde neerdalen. Het is weer een voorbeeld van wisselende sferen binnen een nummer. Wanneer je niet beter weet zou je denken met verschillende zangers te maken hebben.
Op Celestial Elixir wordt het beste voor het laatst bewaard. Een bont scala aan stijlen en verrassende tempowisselingen worden je in deze zeventien minuten voorgeschoteld. De overheersende sfeer is er een van Dream Theater op het album “Scenes From A Memory”, met een wederom tot grote hoogte stijgende Jennings.
Zeven nummers en vijf kwartier later sterven de laatste tonen weg van een album dat bij mij een grote indruk heeft achtergelaten. Variatie, originaliteit en muzikaal vakmanschap, dat is waar Haken op “Aquarius” voor staat. Deze band gaat zeker een grote toekomst tegemoet.