Regelmatig discussiëren we bij Progwereld in hoeverre een recensie kort en bondig moet zijn. Dat leidt vaak tot vermakelijke debatten omdat iemands persoonlijke schrijfstijl dan in het geding is. Hoe dan ook, een ieder zal het er over eens zijn dat aan “Live In France 2006”, het derde wapenfeit van het Canadese Hamadryad, weinig woorden vuil hoeven worden gemaakt. Kort en bondig: de zang is pet, de muzikanten subliem, het materiaal middelmatig en de uitvoering gedreven. Het resultaat is dan ook maar krap voldoende met een marge naar beneden.
De cd laat het optreden horen dat de band gaf op 18 augustus 2006 tijdens het jaarlijks terugkerende Crescendo festival in het Franse kustplaatsje St-Palais-Sur-Mer. De locatie van dit openlucht gebeuren was magnifiek want de bands hadden behalve uitzicht op het publiek, ook de oceaan recht voor zich. Het betrof hier overigens het eerste optreden van Hamadryad in Europa en dat verklaart misschien het topenthousiasme van het kwartet. Zanger Jean-Francois Desilets, tevens bassist van Hamadryad,was flink op dreef met zijn bronstige Kees Bik stem, vals, schreeuwerig en bij vlagen toch ook enigszins aangenaam. De band speelde nummers van haar beide albums, het uitstekende “Conservation Of Mass” en de matige opvolger “Safe In Conformity”. Het is verbluffend hoe Desilets zich het materiaal van het debuut, waarop de band nog een andere, veel betere zanger had, eigen heeft gemaakt. Het sterke Amora Demonis is daar een mooi voorbeeld van.
Het pakt goed uit dat er zoveel nummers van de eersteling gespeeld zijn. Hierdoor zit er wat variatie in de geboden heftige jaren ’70 prog die klinkt als een ontmoeting tussen Genesis en Magellan. Hamadryad heeft namelijk de neiging onverstoord te gaan als een banaan en omdat Jean-Francois Desilets een zeer beperkt zanger is beklijven de nummers amper. Echter, wow wat een toetsensolo’s, oeps wat een geweldige gitaarpartijen, wat een dreunende pot baspedalen, wat een overrompelende Mellotronklanken, wat een orgel, wat een spetterende drumbreaks, Hamadryad gaat maar door, het gaat maar door. Het is net of je te hard in een tube tandpasta knijpt, niet te stoppen! De wat vermoeiende progwind die over nagenoeg het gehele album waait komt wat tot luwen met het vierde nummer, het pianogerichte Watercourse Hymn. Eigenlijk ben je na dat nummer al behoorlijk murw geprogd en dan komen er nog zeven. Met de furieuze intro van het instrumentale Nameless gaat de cd gewoon door. Het klinkt bijzonder geïnspireerd en vol vuur. Daar ontbreekt het op deze plaat echt niet aan, integendeel.
Hamadryad heeft nog het meest te kampen met een chronisch gebrek aan memorabele melodielijnen. De magere aanwezigheid daarvan geldt niet voor Omnipresent Umbra, want daar glorieert een superlijn. Het is jammer dat Desilets hem niet bijster heeft gezongen. Desalniettemin is Onmipresent Umbra het onbetwiste hoogtepunt van de schijf.
Uit al het voorgaande kun je opmaken dat Hamadryad zich ook inlaat met zogeheten paracetamol-prog. Nummers als One Voice en Polaroid Vendetta moeten toch werkelijk alle meeuwen van het strand verjaagd hebben. Vooral als Desilets dan ook nog eens het publiek gaat aanroepen. Dat het ook anders kan bewijzen de heren wel in Still They Laught, dat is een leuk liedje zo tegen het eind.
Hamadryad heeft met deze Live registratie duidelijk aangetoond waar de schoenen wringen. De band zoekt naar mijn idee zijn heil nog teveel in het fenomeen solo, maar met zo’n matige zanger liggen dergelijke valkuilen op de loer. Dan moet je ook maar niet op het strand gaan spelen.
Dick van der Heijde