Zwarte gaten zijn verwoeste sterren die een zo zware zwaartekracht produceren dat zelfs het licht er niet uit kan ontsnappen. Men denkt dat alles wat in zwarte gaten valt gelijk uit elkaar getrokken wordt en nooit meer terugkomt. “The Black Hole” is na een stilte van zeven jaar het vierde studioalbum van de Canadese band Hamadryad en zo aan de muziek te horen komt alles luid en duidelijk over, niks zwart gat.
De vierkoppige formatie maakt al jaren heavy prog met veel vreemde maatsoorten. Men komt altijd met een karrevracht aan tempo-en sfeerwisselingen en een surplus aan virtuositeit. Druktemakers zijn het, zanger/bassist Jean-François Désilets, gitarist Denis Jalbert, toetsenist Sebastien Cloutier en de nieuwe drummer Nicolas Paul-Turcotte. Wel weten ze hun dadendrang op het hier besproken album iets meer te kanaliseren dan op vorige cd’s. Het klinkt als een ontmoeting tussen Magellan en Echolyn, waarbij ook Deep Purple, Rush, Dream Theater en zelfs even Jethro Tull van de partij zijn. Enerzijds is er drukke metal, anderzijds zijn er passages met een heel wat mildere strekking. Dan zijn het akoestische gitaar en meerstemmige zang die klinken. Hamadryad weet op dit album een en ander listig te vermengen, want hoewel de muziek alle kanten op gaat, is er juist veel coherentie. Er gebeurt ontzettend veel op het album. Voor mij als luisteraar is dat mooi, als recensent echter baart deze tombola aan ideeën me kopzorgen; Ik zou het liefst alles willen bespreken. Maak je maar geen zorgen. Het album telt slechts zes nummers plus een bonustrack.
In de behoorlijk robuuste opener Peaceful Exit horen we gitaar en basgitaar het voortouw nemen, terwijl een volle laag toetsen voor de aankleding zorgt. Op de momenten dat de zang vervormd wordt, is het een beetje een mysterieus nummer en ook als er allerlei stemmetjes zijn. De hele tijd voel je dat er een gitaarsolo aan zit te komen en toch zijn de jazzy tonen die Jalbert aan de dag legt een ware verrassing.
Vervolgens komen we bij een tien minuten durend tweeluik. Het eerste stuk, So genaamd, is nogal onstuimig met uitmuntend spel op de basgitaar, een vreselijk irritant toetsenstukje en rake drumbreaks. Het gaat over in het gedragen en zeer melancholische By Your Side.
Fall’n Fly gaat ook weer in volle rock-modus van start. Gaandeweg wordt het steeds meer Rush en als Jalbert dan een prachtige gitaarsolo laat horen met een sterke langgerekte harmonische inslag, zit het album wat mij betreft op z’n hoogtepunt. Met Dark Souls, Crash en The Worst Is Yet to Come komt het bandgeluid in een iets rustiger vaarwater. Het is vooral in deze nummers waar de stem van Désilets veel lijkt op die van Cyrus (Citizen Cain) en daarmee is Hamadryad ook wat meer toegankelijk. De aan het album toegevoegde bonustrack Amora Demonis is een remake anno 2017 van een nummer dat origineel op het debuut, “Conservation Of Mass” uit 2001 staat. Opmerkelijk is de driestemmige intro. Het is een pittig prognummer in een daverende Dream Theater-stijl. De finale is fraai melodieus en ondanks dat deze vrij kort duurt is dit sluitstuk erg genietbaar. Wat wel een dingetje is: sommige leadzang in het nummer is tergend penetrant.
Wie al in de Hamadryad-bubble zit zal “The Black Hole” ervaren als één van hun beste. Wie van heavy prog in het algemeen houdt heeft hier zeer waarschijnlijk ook wel een plezierige tijd aan.
Word je echter kriegel van drukke muziek, vermijd dan dit zwarte gat.
Dick v/d Heijde