Kan iemand mij vertellen wie mijnheer Persoonlijkheid is? Waarom wordt hij zo genoemd? Wanneer en waarom is hij ter dood gebracht? Waarom is dat in het openbaar gebeurd? Wat heeft hij eigenlijk gedaan om op deze manier terechtgesteld te worden? Dit zijn zomaar enkele willekeurige vragen naar aanleiding van het lezen van “The Public Execution Of Mister Personality”, de ludieke titel van het derde album van Hamster Theatre. Dave Willey en Jon Stubbs, de twee geestelijke vaders van de band, zwijgen echter als het graf en omdat ook hun eigen website geen enkele opheldering wil of kan geven, vermoed ik derhalve dat deze vragen nog lange tijd onbeantwoord zullen blijven. Maar goed…
Wat ik echter op dit ogenblik wel weet is dat Hamster Theatre in 1993 in Boulder, Colorado door de twee bovengenoemde multi-instrumentalisten wordt opgericht. De eerste bezetting van de band, met ondermeer Deborah Perry (die later bij Thinking Plague zal opduiken), houdt slechts korte tijd stand. Nog geen drie jaar later waagt het koppel evenwel een nieuwe poging met Mike Fitzmaurice, Raoul Rossiter en de twee Thinking Plague-leden Mark Harris en Mike Johnson. In deze samenstelling neemt de band in 1998 het (live)debuut “Siege On Hamburger City” op, gevolgd door het samen met vier gastmuzikanten ingespeelde “Carnival Detournement” dat in 2001 verschijnt. Door allerlei in- en externe tegenslagen duurt het echter een half decennium alvorens “The Public Execution Of Mister Personality” in de winkels komt te liggen.
Hamster Theatre kan, evenals het Canadese Miriodor, tot op zekere hoogte beschouwd worden als het Noord-Amerikaanse antwoord op de Rock In Opposition-beweging uit West-Europa uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. De band opereert namelijk min of meer in hetzelfde muzikale straatje als het Engelse Henry Cow of het Belgische Univers Zero. Daar houdt de analogie met Miriodor wat mij betreft alleszins niet op, want ook dit eclectische ensemble voorziet zijn muziekcomposities van een humoristische ondertoon. De overvloed aan muzikale metamorfoses en ingewikkelde thema’s verraadt ontegenzeglijk een zekere technische bedrevenheid, maar de complexe arrangementen blijven door deze benadering, net als bij de Noorderburen, tegelijkertijd ook frivool en lichtvoetig klinken.
Toch gaat het Amerikaanse gezelschap nog wel een stapje verder dan zijn Canadese equivalent, want klaarblijkelijk ziet de band het door elkaar husselen van zoveel mogelijk muziekstijlen als één van de grootste muzikale uitdagingen. Terwijl de gemiddelde band uit deze hoek de grenzen tussen de verschillende stijlen doorgaans stukje bij beetje afbreekt, opteert Hamster Theatre heel duidelijk voor de ietwat minder subtiele strategie. Deze resulteert in een buitenissig en excentriek, doch aangenaam en afwisselend allegaartje van allerlei uiteenlopende genres. Zo hoor ik, behalve RIO, ondermeer elementen uit de avant-garde, (Oost-)Europese folk, jazz, klassiek, psychedelica, maar ook uit de cabaret-, circus- en zigeunermuziek. Mede door die laatste invloeden en door het gebruik van het accordeon kent de plaat zeker enige overeenkomsten met “The Quiet Room”, het album van Alec K. Redfearn And The Eyesores dat ik hier besproken heb.
Door deze royale verscheidenheid aan muziekgenres en -stijlen biedt dit muzikale rariteitentheater een even speels als intrigerend hoorspel, maar dat is gezien de ervaring van de twee protagonisten van het ensemble als componisten voor moderne dans- en multimediaspektakels evenwel niet echt verwonderlijk te noemen. Samen met nieuwkomer Matt Spencer produceren de Hamsters dan ook een ongekend, doch ietwat wispelturig luisterfeest met ontelbaar vreemdsoortige maatsoorten en dito instrumentaties. Bovendien weet de band een waanzinnig spanningsveld te creëren door een aanhoudende alternatie tussen gejaagd en uitzinnig enerzijds en sereen en bedaard anderzijds, waarbij “The Public Execution Of Mister Personality” over het algemeen iets donkerder klinkt dan “Carnival Detournement”.
Het album wordt vergezeld door een buitengewoon interessante bonus in de vorm van een tweede schijf met de titel “Quasi Day Room”. Deze bevat het nagenoeg volledige en kundig door Bob Drake gemixte optreden dat Hamster Theatre op 17 augustus 2002 gaf in het Moore Theatre in Seattle, Washington tijdens het Progman Cometh Festival. Met bassist Brian McDougall als de vervanger van de dan zojuist vertrokken Mike Fitzmaurice, doorlopen de bandleden met hoorbaar plezier hun nietige repertoire, waarbij de nadruk van de setlist vanzelfsprekend op de indertijd meest recente plaat ligt. Deze uitmuntende, zeer energieke liveplaat toont onmiskenbaar aan dat de muziek van het collectief uit Colorado ook op de planken meer dan uitstekend tot zijn recht komt. Sterker nog… met hoorbaar meer accent op improvisatie klinkt de band hier beduidend agressiever en onstuimiger dan op plaat en dat zal niet iedereen evenzeer kunnen bekoren.
Desalniettemin ben ik van mening dat deze dubbellaar zonder meer een waar luisteravontuur voor de liefhebbers van progressieve avantrock met een kwinkslag kan zijn. Aan de hand van Hamster Theatre beleven deze luisteraars namelijk een ongekende ontdekkingsreis die hen langs allerlei uiteenlopende muzieklandschappen brengt. Het is al met al een schitterende nieuwe studioplaat die beslist met zijn voorganger kan wedijveren. De fans hebben waarschijnlijk “The Public Execution Of Mister Personality” natuurlijk allang op hun wenslijst staan en eventuele twijfelaars worden, net als bij “Parade” van Miriodor, over de streep getrokken door de geweldige bonus. Soms is het maken van keuzes meer dan eens eenvoudig…
Frans Schmidt