Hoe kan het toch gebeuren? Een product van eigen bodem dat al maanden ligt te wachten op een waardig oordeel. Vorig jaar juni bracht het uit Assen en omgeving komende Hangover Paradise dit debuut “Mirrors” uit tijdens een launchparty in het Mercurius Theater in de Drentse hoofdstad. Daarbij kreeg het zestal hulp van zanger en streekgenoot Bert Heerink die ook samen met zijn oude maatje en studio-eigenaar Dick Kemper een belangrijke rol heeft gespeeld in de totstandkoming van dit album. De groep heeft die avond nog drummer Jeroen van Stenis in de gelederen en is ook op deze cd te horen; kort nadien is hij uit de groep gezet en vervangen door Niels Voskuil.
Hangover Paradise bestaat inmiddels vier jaar en heeft een aantal zeer geroutineerde musici in de gelederen. Zo zijn zanger Elias de Vries (oud-zanger van UTC en Mr. Jones) en gitarist Pieter Nanuru al jaren actief in de Drentse muziekscene en in zekere mate geldt dat ook voor hun medebandleden. Peter Zwerus kennen we als tekstschrijver van enkele liedjes die hij samen met Ton Scherpenzeel, Jochem Fluitsma en Eric van Tijn maakte voor Kinderen voor Kinderen.
Zo uiteenlopend liggen de kaarten hier binnen deze groep en niet voor niets straalt de ervaring en de souplesse er op dit eerste album van af. “Mirrors” is een acht delige reflectie op het leven in de 21e eeuw door de ogen van Zwerus, zoals het leven van een kindsoldaat (Army Of The Innocent) en de immer voortdurende clash tussen religies (Religious Minds). Zijn teksten kleuren de spannende, veelal neoprog-getinte muziek mooi in.
Soms hoor je wat referenties aan IQ, Arena (in het titelnummer) en Kayak (na 2000), maar de opbouw doet ook vaak denken aan Saga (Take Away, Coming Home) en de latere Genesis (ten tijde van “And Then There Were Three”).
Niet alle ‘nieuwkomers’ in het progressieve genre laten een memorabele herinnering na, maar wat bij deze band in positieve zin opvalt, is de pakkende wijze waarop songs als I Rest My Case, Out In The Street en Hangover Paradise beklijven. Vanuit dat oogpunt gooit deze groep dezelfde hoge ogen zoals Mangrove ooit deed op “Touchwood”. Spetterende gitaar- en toetsensolo’s, vaak ook meerstemmig, die nooit verzanden in oeverloos gepiel, maar dicht bij de kern blijven. Dit is songmateriaal waarover goed is nagedacht en aan is gewerkt totdat de uitwerking helemaal klaar was. Tel daarbij op de uitstekende productie en mix en kom tot de conclusie dat dit album er eentje is om te koesteren.
Het ‘gevaar’ ligt altijd op de loer om wat chauvinistisch (lees: te positief kritisch) te oordelen over prog van eigen bodem (in het geval van ondergetekende zelfs uit eigen regio), maar deze heren uit Assen hebben het ‘m geflikt en een formidabel album gemaakt dat niet alleen heerlijk weg luistert, maar waarbij ook aan alle details is gedacht.
Bijna anderhalf jaar na het uitkomen van “Mirrors” kan Hangover Paradise zich met drummer Voskuil en een dosis podiumervaring gaan buigen over een opvolger. Met een veelbelovend debuut als dit album hoeft niemand zich in principe daarover zorgen te gaan maken. Een ware belofte voor progressief minnend Nederland. I rest my case.
Wouter Bessels