Progrockgroepen uit Nederland lijken zich soms te verstoppen onder het hoogveen of onder het stuifzand te zijn bedolven. En dat is onterecht, want er wordt geregeld wat fraais uitgebracht, van achter de duinen tot aan de Duitse grens. Het is dat Hanlon’s Razor zich bij ons meldde, anders was na hun eerste album “Paradigm” uit 2021 ook hun nieuwe album “Stockholm” aan ons voorbijgegaan. En dat zonder er niet eens een keer naar geluisterd te hebben. Want tja, de recensenten van Progwereld struinen, zoals onze naam al aangeeft, de verste uithoeken van de wereld af om een progpareltje voor jou als lezer te ontdekken. Hierdoor verwaarlozen we echter ongewild ons koude kikkerland nog wel eens, zodat dit een onontgonnen gebied blijft.
Eerst even een kennismaking; Hanlon’s Razor is het project van gitarist/zanger Louis de Roo en zanger/multi-instrumentalist Frank Maarsen. De twee uit Maasdijk vormden eerder het songwriters duo Terranian. Hiervan werden echter alleen enkele demo’s opgenomen voordat ze in 2018 uit elkaar gingen. In 2021 besloten Frank en Louis dat ze te veel om hun liedjes gaven om er niets mee te doen en gebruikten de covid-lockdown om hun nummers thuis op te nemen, met ondersteuning van drummer Vincent Frijdal en bassist Arco van Dam.
Ter voorbereiding heb ik hun eerste album “Paradigm” op hun Bandcamp-site beluisterd en was aangenaam verrast door de Pink Floyd-invloeden op gitaar en hun aanpak met verschillende progressieve songstructuren. Dit leidde tot een prettige kennismaking met de nodige verwachtingen op meer. Op “Stockholm” is de ontwikkeling duidelijk doorgezet. Het album kent vijf nummers die gemiddeld rond de negen minuten hun weg zoeken naar een mix van prog, metal en rock. En ook in die volgorde.
Wat we horen op Soul Turns To Sand is vooral Arena in het kwadraat terwijl Mantissa flirt met de progmetal van Porcupine Tree. Zowel op Stockholm Syndrome als Wide Awake Sleeping wordt een grandioos eindstuk ingezet, waarin de toetsen minutenlang de hoofdmoot vormen en alleen hier nog naar de Pink Floyd-sound verwijzen. Contrasts is min of meer een rechttoe rechtaan nummer en er ontbeert dus een noodzakelijke solo ter onderbreking of nog zo’n zalige instrumentale outro. Voor mij een gemiste kans.
Compositorisch is er zeker talent, al levert dat nog niet direct gedenkwaardige nummers op. Het zit hem vooral in de details en instrumentale gedeelten. De riffs zijn strak, de gitaaruithalen lyrisch en het toetsenarsenaal en de orkestraties worden gepast ingezet. De zang lijkt heel veel op die van David Sylvian, met vooral de nadruk in het lage register, terwijl de ritmesectie niet groots maar voldoende ondersteuning biedt. Wat ik echter minder plezierig vind over de gehele productie is de faseverschuiving in het geluid. Het ruimtelijk effect dat ze willen creëren komt voor mij onnatuurlijk over. Erg jammer, dat moet op het volgende album beter. Want ik hoop wel dat Hanlon’s Razor zich niet blijft verschuilen achter een opgehoogde dijk of opgeworpen terp, maar zich vol vertrouwen presenteert en zich blijft ontwikkelen. Ze doen namelijk niet onder voor die andere Nederproggroepen Inhalo of Hillsphere.