Strikt genomen is dit een album met muziek die buiten onze jurisdictie valt: met zulke namen kan het alleen maar jazzrock zijn. Gelukkig zijn er verzachtende omstandigheden: Allan Holdsworth, wiens spel in élke stijl progressief te noemen is, heeft natuurlijk een progverleden. Daarbij proberen de heren met deze plaat de herinnering levend te houden aan Tony Williams, de veel te vroeg overleden drummer die in de jaren ’70 een legendarische jazzgroep had, The New Tony Williams Lifetime. Deze groep, waarvan Holdsworth en Pasqua ook al deel uitmaakten, maakte muziek die te vergelijken valt met het werk van Bruford, inclusief de progressieve kantjes.
Net genoeg excuses dus om deze heerlijke plaat in onze immer groeiende bibliotheek op te nemen. Je moet wel van jazzrock houden. Dit is een live dubbelalbum en de geoefende luisteraar weet wat dat betekent: drumsolo’s, geknoedel op de vierkante centimeter en héél, héél veel noten. Gelukkig houden de mannen de grenzen van de compositie in de gaten; de improvisaties lopen nergens zo ver uit het gareel dat de beluisterbaarheid in het gedrang komt. Dat is best knap, want als Holdsworth van leer trekt moeten de anderen alle zeilen bij zetten om de wildebras bij te houden. Ik heb het Holdsworth al honderd keren horen en zien doen, maar het blijft een genot om naar hem te luisteren, wat een briljante gitarist.
Niet dat de andere heren geen sporen verdiend hebben; toetsenist Pasqua zat ook al in de oorspronkelijke band van Tony Williams en schnabbelt sindsdien bij een groot aantal muzikale grootheden. Bassist Haslip heeft het hier wat lastiger dan bij zijn primaire werkgever The Yellowjackets, maar hij wekt niet de indruk dat het hem boven het hoofd groeit. Voor Wackerman moet de druk het grootst zijn; niet alleen moet hij zich staande houden in dit geweld, hij moet ook de herinnering aan Tony Williams levend houden en diens stijl wijkt echt wel wat af van de zijne. Respect, dus.
Omdat de hoogtijdagen van deze muziek in de jaren ’70 van de vorige eeuw te vinden zijn, heeft het concert een wat nostalgisch karakter. Dat wil niet zeggen dat het gedateerd klinkt, hooguit wat vriendelijker dan de krachtpatserij die anno 2010 voor jazzrock doorgaat. Dat is voor het grootste deel te danken aan de fijne solo’s van Pasqua op een lekker ouderwetse elektrisch pianootje. Ik vind het geweldige muziek, uitdagend genoeg en toch toegankelijk. Daarbij is de geluidskwaliteit superieur, je hoort elk detail.
Op plaat 1 krijgt de muziek van Allan Holdsworth wat meer de ruimte, er zitten zelfs nummers tussen van zijn eigen soloplaten “Atavachron” en “Sand”. Erg mooi is de gitaarintro bij zijn compositie Pud Wud. Het contrast tussen dat verstilde begin en het stevigere vervolg is werelds en roept herinneringen op aan die eerste plaat van UK. Op plaat 2 zijn de meeste composities van Pasqua. Dat levert een iets andere dynamiek op, met zijn stijlvolle pianowerk op de voorgrond. San Michele is, mede dankzij het lekker overstuurde pianootje, het beste nummer van de set.
Al met al een droomplaat: vier grote namen uit de jazzrock spelen een weergaloze set zonder zwak moment, 90 minuten toegankelijke muziek van de bovenste plank, nostalgisch maar niet oubollig, pittig maar toch beheerst, een dijk van een album. Je moet alleen wel van jazzrock houden.
Erik Groeneweg