Na het, in mijn ogen, magistrale vierluik over de seizoenen (“Spingsongs”, “Winterthrough”, “Autumnsymphony” & “Summereve”) hoefde muzikaal genie Fabio Zuffanti niet lang na te denken over waar hij nu met Hostsonaten aandacht aan zou besteden. Voor hij aan zijn seizoensvierluik begon, had hij al plannen om iets te gaan doen met het lange gedicht “The Rime Of The Ancient Mariner” van de Engelse dichter en literatuurcriticus Samuel Taylor Coleridge. Nu het vierluik was afgerond, vond hij de tijd rijp om dit wereldberoemde gedicht voor zijn muziek te gebruiken.
Het gedicht werd in 1798 geschreven en maakte onderdeel uit van de bundel “Lyrical Ballads” die hij met collega William Wordsworth uitgaf. Het gedicht gaat over een zeeman die een albatros neerschiet en daarvoor samen met zijn bemanning door hogere machten gestraft wordt. Zuffanti heeft de teksten letterlijk in zijn muziek opgenomen. Het is niet voor het eerst dat hij gebruik maakt van literatuur. Het Aries album “Double Reign” baseerde hij ook op literatuur evenals “Merlin, The Rock Opera”. Overigens schreef Iron Maiden ook al eens een nummer over dit gedicht (album “Powerslave”).
Met die band heeft dit album natuurlijk helemaal niets te maken. Zuffanti brengt met dit album wederom een ode aan de symfonische rock uit de jaren ’70. In de vier stukken maakt hij gebruik van vijf verschillende zangers. Met een aantal zangers werkte hij al vaker samen. Alessandro Corvaglia is bekend van La Maschera di Cera (en van Narrow Pass), Carlo Carnevali was ook al te horen op het “Merlin” album en op het Zuffanti album “La Foce Del Ladrone”, Simona Angilioni is de partner van Zuffanti en tevens de zangeres van Aries. De andere zangers zijn onbekend, behalve Davide Merletto. Hij is de zanger van de Italiaanse progmetalformatie Daedalus. Hun album “Motherland”, kreeg van mijn collega Govert Krul een lovende recensie. De zangers leveren stuk voor stuk goed werk af. Met name de wat schorre stem van Alessandro Corvaglia maakt wederom indruk. Marco Dogliotti heeft een indrukwekkend bereik, al zullen zijn vele uithalen niet iedereen bekoren.
Muziekaal is dit album een stuk steviger dan je van Hostsonaten gewend was ten tijde van het seizoensvierluik. Dit is meer een achtbaan. Geweldige toetsensolo’s worden afgewisseld met het indrukwekkende gitaarspel van Matteo Nahum. Die laatste kan ook behoorlijk riffen. Neem het middenstuk op Part Three. Pittige gitaarriffs, ronkende toetsen, het intense basspel van Fabio Zuffanti en daardoorheen geweven het folky vioolspel van Silvia Trabucco maken dit tot symfonische rock van de bovenste plank. Hoe vaker je dit nummer zal horen, hoe meer je onder de indruk raakt van het topniveau van deze muzikanten.
Dit album is een conceptalbum zoals velen het zullen waarderen. Terugkerende muzikale thema’s en een heel scala aan emoties. Je gaat het schip met zijn bemanning helemaal voor je zien. Zuffanti is in staat om met zijn muziek het verhaal visueel te maken. Zo proef je het drama-element duidelijk in Part One. Dit komt enerzijds door de theatrale zang van Carlo Carnevali, maar ook door de instrumentale passages kan je het verhaal goed voor je zien.
De creativiteit van Fabio Zuffanti lijkt eindeloos. Zijn overduidelijke liefde voor symfonische rock uit de jaren ’70 vloeit ook weer door dit album heen. En hoewel passages soms best doen denken aan eerder werk van Zuffanti, krijg je nergens het gevoel dat hij zichzelf aan het herhalen is. Dit is pure klasse. Ik blijf reikhalzend uitkijken naar het volgende werk dat hij zal gaan afleveren.
Maarten Goossensen