Het kan geen toeval zijn. Vlak voordat het achttiende Marillion-album verschijnt, doet Esoteric een poging om rondom alle aandacht voor de groep in de slipstream een graantje mee te pikken. Dat doet het label met niet het minste Marillion-gerelateerde album: “Dry Land” is in 1987 een serieuze poging van Steve Hogarth om met zijn collega Colin Woore uit The Europeans een nieuwe carrière op te bouwen. How We Live wordt getekend door Portrait, het label onder CBS van Peter Karpin – de ontdekker van Men At Work. Hogarth en Woore verzamelen een selecte groep musici om zich heen, waaronder Tears for Fears-drummer Manny Elias, en brengen begin 1987 hun eerste én enige album uit.
Toch bestaat er een leuke overeenkomst tussen het nieuwe Marillion-album en “Dry Land”. Is de nieuwe Marillion-plaat deels opgenomen in de Real World Studio van Peter Gabriel, op “Dry Land” is niet alleen zijn invloed goed te horen, Gabriel leende zelfs zijn digitale meersporen recorder uit aan How We Live voor de opnames. En nog veel belangwekkender: wie goed luistert in The Rainbow Room, na ruim drie minuten is de meester zelf prominent te horen met zijn karakteristieke (achtergrond)zang. Een leuk detail dat in verband met dit album nooit op grote schaal uit de doeken is gedaan, maar wel ooit door Hogarth is bevestigd in een interview voor Marillion’s fanclub The Web UK. Jawel, Peter Gabriel is dus op deze plaat te horen.
Vergeleken met het beste werk van The Europeans (beschouw “Recurring Dreams” uit 1984 als diens artistieke hoogtepunt) is “Dry Land” muzikaal gezien een flinke stap vooruit. De new wave is er van af, terwijl invloeden uit de typische symfonische pop van de tweede helft van de jaren tachtig (Tears For Fears, The Blue Nile, Talk Talk, Nik Kershaw en The The) een flinke stempel op het geluid van het album drukken. Met name Hogarth profileert zich uitstekend op de plaat. Hij komt met een aantal persoonlijke teksten op de proppen, zoals Working Town en Games In Germany. Tevens laat hij horen wat voor uitstekende zanger hij is, gezegend met een groot stembereik en een formidabel timbre. Zelfs de niemendalletjes van het album – Working Girl, In The City en A Beat In The Heart – zijn op hun plek en onderstrepen de kleurrijke sfeer van “Dry Land”. Marillion-fans kennen natuurlijk het titelnummer dat vijf jaar later op het “Holidays In Eden”-album van Marillion prijkt, maar daarover later meer.
De productie van David Lord is typisch een kind van zijn tijd; galm op de drums en toetsen en vooral de zang en toetsen behoorlijk in ‘het hoog’ afgemixt. Daardoor klinkt de plaat op sommige punten wat schel en dun. Met name op deze heruitgave is dat goed te horen. De vorige, op kleine schaal uitgebrachte heruitgave uit 2000 (op het Racket-label van Marillion) doet warmer en voller aan. Daarnaast staan er op die versie twee demo’s – Simon’s Car en You Don’t Need Anyone – die de missing link zijn tussen How We Live en Marillion. Die schitteren op deze Esoteric-versie door afwezigheid, maar worden frappant genoeg wel in de tekst van het boekje vermeld. De meerwaarde bestaat ditmaal uit het b-kantje English Summer (van de single Working Girl) en de 12”-remix van All The Time In The World. De liner notes geven verder een boeiend kijkje in de keuken; van hoe de plaat tot stand is gekomen tot Hogarth als Woore die anno 2016 terugkijken op het album.
Na bijna dertig jaar is “Dry Land” goed overeind gebleven. Met name de ballads van de tweede helft van de plaat steken met kop en schouders boven de rest uit en vormen min of meer onbedoeld een open sollicitatiebrief van Hogarth. Lieden als Toni Childs en – al eerder – Matt Johnson (The The, voor zijn album “Infected” uit 1986) pikken die al op, maar als het springerige Games In Germany begin 1989 de heren van Marillion bereikt, weten ze dat ze de juiste zanger te pakken hebben. Zo maakt “Dry Land” de weg vrij voor Hogarth’s lidmaatschap van Marillion; het album is stilistisch gezien niet de opstap naar “Seasons End” (1989) – die was al grotendeels klaar -, maar naar opvolger “Holidays In Eden” (1992). Dat is ook het moment dat Marillion-fans “Dry Land” ontdekken. Vooral de oorspronkelijke cd-uitgave uit 1987 groeit uit tot een collectoritem.
De kracht van “Dry Land” ligt met name in de stem van Hogarth; die komt op dit album voor de eerste keer tot volle wasdom. Tezamen met de fraaie gitaarpartijen en songbijdragen van Woore en de sprankelende productie van Lord is er werkelijk sprake van een ‘lost classic’. Dit is popmuziek met een hele grote P die helaas sinds 1987 onderbelicht is gebleven. Deze heruitgave overklast niet de vorige versie op Racket Records, maar zorgt er wel in elk geval voor dat deze iconische plaat uit de jaren tachtig weer tegen normale prijs verkrijgbaar is en derhalve makkelijker (her)ontdekt kan worden.