Elk jaar duikt er tenminste één band op die vanuit het niets met een knaller van een album op de proppen komt. In 2014 was dat zonder twijfel het Canadese Huis. De twee oprichters waren ooit als Knight Area cover band begonnen en na een bezoek aan Nederland was er genoeg inspiratie om een eigen album te produceren. Het werd “Despite Guardian Angels” en dit album het werd een halve ode aan ons kleine landje. De liefdesverklaring was wederzijds, want vele progminnende Nederlanders sloten deze neoprog band direct in hun hart.
En nu, netjes twee jaar later, is er het tweede album. Een tweede album is altijd een stuk spannender dan een debuut, want de lat en de druk liggen een stuk hoger. Na een eerste luisterbeurt kun je echter direct concluderen dat de band zicht uitstekend heeft ontwikkeld. In de bezetting zijn twee veranderingen opgetreden. Zo is gitarist Michel St-Pére van Mystery vast bandlid geworden. Dat is niet alleen muzikaal een goede zet, maar zeker ook commercieel. De door familieomstandigheden opgestapte Pascal Lapierre leek een grote aderlating voor de band. Maar daar blijkt geen enkele sprake van te zijn. Zijn opvolger Johnny Maz levert geweldig werk af. Na het horen van het lekker lange Synesthesia aan het begin van het album ben je al overtuigd. Zijn stijl is te vergelijken met die van Clive Nolan, Gerben Klazinga (Knight Area) en Erik Laan (Silhouette).
Wat de band ons op dit schijfje voorschotelt is neoprog van het lekkerste soort. Een pakkende smeltkroes van alles wat dit genre mooi maakt. Als referentie kun je denken aan bands als Mystery, Marillion (beginperiode), Clepsydra, Silhouette, Knight Area (beginperiode) en IQ. Lekker meeslepend en vol emotie. De zang van Sylvain Descôteaux is erg sterk. Vooral die passages waarin zijn stem gedubbeld wordt zijn geweldig. Luister maar naar Even Angels Sometimes Fall. Hierin hoor je meteen ook weer de meerwaarde van toetsenist Johnny Maz die er ingetogen zalig op los soleert.
Op dit album pakt de band geweldig uit met slepende gitaarsolo’s, van die grootse toetsenmuren, golven Mellotron, ronkende baspedalen en heerlijke tempowisselingen. Maar nergens vliegt de band uit de bocht. Steeds weer weet de band de juiste balans te vinden en waarin de song centraal blijft staan. En dat is misschien wel het meest sterke onderdeel van dit zilveren pareltje.
Daar waar bands als Arena, Pendragon en Knight Area de echte neoprog steeds meer loslaten, bewijst Huis dat het genre nog steeds springlevend is. De band staat na twee uitstekende albums als een huis in het neoprog genre.