Humane Groove Hormone is een gezelschap uit Texas. Deze heren doen een heel bijzonder kunstje. Ze gooien namelijk echt alle muziek op een grote hoop en maken er een vrolijk allegaartje van.
Onder de ongelukkige titel “Self [En]Titled” combineren ze toeterjazz en funk met Gentle Giant, Pink Floyd, musical, rock, fusion en humor van het type Paddo-lol. De bassist lijkt me de funkman, want hij plukt en groeft als een beest, terwijl zijn broer op het klavier klassieke figuurtjes door progsolo’s roert. Zanger en toeteraar Schumacker heeft een mooie heldere stem, waarvan ik in het eerste liedje nog veronderstelde dat-ie van een meisje was, tot hij ermee begon te brullen.
Hoewel de composities alle kanten op schieten, zijn ze wel onderscheidend en knap gemaakt. Ze liggen me niet allemaal even prettig in het gehoor, maar dat is natuurlijk ook het risico van zoveel verschillende stijlen door elkaar. Er zit allicht iets tussen dat je niet bevalt. In mijn geval is dat de Fun Lovin’ Criminals pastiche The Yeoman, hoewel ook die passages bevat die heel fraai zijn.
Er komen Mellotrons en Hammondorgels voorbij, maar toch is het geluid niet gedateerd. Humane Groove Hormone staat met beide benen in het nu en heeft de productie licht en open gehouden, ondanks de veelheid die de muzikanten teweeg brengen. Voor de echte progfanaat is de band waarschijnlijk te eclectisch en te funky, maar ik vind het een erg lekkere mix. En het zijn ook nog verduiveld goeie muzikanten. Hoogtepunt is misschien wel Smoker’s Corner, een heerlijk lichtvoetige funk-jazz track die ik wel kan blijven draaien.
Eén kleine kanttekening moet er toch gemaakt worden: de band klinkt niet als zichzelf. Tijdens één van de draaibeurten luisterde een huisgenoot mee. Ze vond het allemaal leuk, maar was ook hoogst verbaasd toen ze hoorde dat er geen verzamelaar opstond. Veelzijdigheid is een absolute bonus, maar ook een zelf gegraven kuil.
Erik Groeneweg