Humble Grumble is een Belgische band die op “Flanders Fields” een mengeling laat horen van avant garde, jazzrock, progressieve muziek, Canterbury, folk en wereldmuziek. Nu hebben we in het progwereldteam iemand rondlopen die én Belg én liefhebber van dergelijk avontuurlijke muziek is. Peter Van Haerenborgh is zijn naam. Je zou dan ook verwachten dat hij deze recensie had mogen schrijven, maar nee, die eer is aan mij gegeven. Sorry Peter, maar aangezien ‘Frank Zappa’ en ‘sax’ steekwoorden zijn op dit album heb ik ook m’n neus tegen het raam aangedrukt.
Humble Grumble is het geesteskindje van zanger/gitarist Gabor Humble Vörös. Deze in Gent wonende Hongaar richtte al in 1996 dit project op. De eerste paar jaar was het nog uitsluitend folk wat de klok sloeg. De jazzrock deed pas zijn intrede nadat de band rigoureus van samenstelling was veranderd en Fores een nieuw Humble Grumble om zich heen had gebouwd. Het was niet eens een keuze om jazzrock getinte muziek te maken, het ging gewoon vanzelf.
Je hoort op “Flanders Fields” dan ook muziek die recht uit het hart is gekomen. Daarom kan je je afvragen of dit niet eigenlijk het debuutalbum van Humble Grumble is, temeer daar er eerder twee marginale cd’s van de band verschenen zijn. In 2005 was daar een tribuut aan een Hongaarse folkgroep en in 2010 verscheen een verzamelaar van wat Humble Grumble in de tien jaar daarvoor had gedaan. “Flanders Fields” is echt gemaakt met de intentie een album te zijn en dat hoor je.
De plaat kent een instrumentale opener en tien gezongen nummers. Er hangt constant een prettige sfeer over de muziek waardoor er een bepaalde verbondenheid heerst. Het is dan ook noemenswaardig dat de band nergens vervalt in gefreak of in hectische ADHD-jazz. Nee, Humble Crumble is nergens uit de bocht gevlogen.
Het overkoepelde woord op Flanders Field is ‘rijk’ want zowel melodisch als harmonisch als ritmisch is alles buitengewoon weelderig. Je kan ezeltje prik spelen, het is altijd raak. De belangrijkste reden daartoe is dat Humble Grumble toetsenloos is. Hierdoor wemelt het van de (vaak organische) partijen. Sax en klarinet riedelen er lustig op los en de vibrafoon is met z’n pianoachtige insteek ook al nooit ver weg. Een grote rol is uiteraard weggelegd voor het gitaarspel van Vörös. Vooral in Sirens Dance en Aging Backwards laat hij zich met een paar Zappa-achtige solo’s niet onbetuigd. Tevens zijn er veel verschillende zangarrangementen, variërend van hoge kopstemmetjes tot koele vocalen richting Richard Sinclair en van cabareteske bedoeningen tot broeierige koortjes. Daarnaast zijn er de nodige gastbijdragen. Er is harmonica, fluit en viool alsmede een hele keur aan achtergrondzangers en -zangeressen. Het kan niet op. Ondertussen wisselen de tempo’s om de haverklap, het is bijna crimineel.
De muziek klinkt buitengewoon geïnspireerd. Het is of alle Zappa-platen (en dan met name “Make A Jazz Noise Here”) in de blender zijn gekieperd, maar ook platen van Supersister, Caravan en Gong moeten op het stapeltje hebben gelegen. In het laatste nummer Purple Frog zit zelfs een beetje Cardiacs. Het kan allemaal.
“Flanders Fields” is een album dat velen zal aanspreken, velen dan die in elk geval openstaan voor avontuurlijke muziek. Peter, ge kunt fier zijn op uw landgenoten.
Dick van der Heijde