Jazzrock en jazz-georiënteerde prog zijn muziekstromingen die al snel kunnen lijden aan een teveel van iets. Teveel ritmewisselingen bijvoorbeeld. Of teveel egotrippende solo’s op een keur aan instrumenten. En soms is er heel, heel veel in een mixer gegooid in de hoop dat er iets interessants uitkomt.
Het derde album (en tweede volledige studioalbum) van Humble Grumble, de Belgische band rond gitarist Gabor Humble lijdt een beetje aan het laatste euvel. Je zou kunnen zeggen dat de band gewoon veel invloeden verwerkt tot avantgardistische jazzrockprog. Dat de ingrediënten van een keur aan bands, waaronder Gong, Caravan en vooral Zappa hebben geleid tot een briljante plaat, die niet zou misstaan in de all time hall of fame van de progressieve muziek.
Helaas kan ik dat van “Guzzle It Up” niet zeggen. De plaat kent daarvoor naast ijzersterke nummers (The Dancing Dinosaur, Skunks), teveel zwakkere momenten (The Campfire Strikes Back). Het levert een album op dat ik niet in één keer achter elkaar kan beluisteren, maar dat ik bij tijd en wijle best nog wel eens zal draaien, met de forward button binnen handbereik.
Ik moet er wel bij zeggen dat voor dit soort muziek geldt, meer nog dan voor andere subgenres binnen de prog, dat het een kwestie van smaak is. Ik kan een toeter op zijn tijd best waarderen, maar bij “Guzzle It Up” zit de saxofoon mij meer dan eens behoorlijk in de weg. Dat zal voor iemand anders vast minder een probleem zijn. De betere nummers zijn voor mij die waarin de sax een minder prominente rol speelt.
En daarom is het geen slecht idee om deze recensie te leggen naast die van het vorige album, “Flanders Fields” en uit die combinatie uw eigen conclusie te trekken. Vooraf luisteren op de site van de band is ook geen slecht idee.
Marcel Debets