Ongehoord…dat is volgens mij het juiste woord als je het openingsnummer hoort van het debuutalbum “The Gates Of Industry” van het nieuwe Nederlands product (I Am) One. Met ongehoord wil ik dus eigenlijk zeggen “ongehoord Nederlands”. Het album is in een ruim tijdsbestek opgenomen en gemixt (1997 – 2002), maar daar lagen nogal wat redenen aan ten grondslag. Marc Brassé zag in deze band in ieder geval potentie genoeg om de conceptschijf op het label LaBraD’or Records uit te brengen.
The Arena Of Time: Part A The Key Of Our Guard is een soort stuk dat als een op hol geslagen kudde je kamer binnen dendert met een opjagende drumbeat, welke vervolgens de gehele cd aanwezig blijft. Ook het arsenaal aan kleurrijke synthesizers valt meteen op. De zang is ook dik in orde. De aangename stem van zanger Robert Loozen klinkt gewoon on-Nederlands. Bravo voor deze entree! Part A gaat verrassend over in Part B: The Ship Of Re, dat vrij heftig wordt neergezet. Dan valt je op dat het stemgeluid van Loozen het midden houdt tussen die van Chris Thompson (Manfred Mann’s Earth Band) en dat van Chris Rainbow (Alan Parsons Project, Camel). Lekkere gitaarriffs verfrissen het nummer maar ik mis toch een beetje een climax waar vrijwel de gehele tijd naar toe wordt gewerkt.
Om toch een beetje een vergelijking te maken met wat bekendere bands denk ik eerstens aan Manfred Mann’s Earth Band, Caïro en (in mindere mate) aan Saga. Die laatste met betrekking op de uitgerekte melodieuze synthesizersolo’s. Dit komt vooral in het mooie Osiris Arises goed naar voren. (I Am) One heeft in ieder geval patent op formidabele overgangen in de nummers. De thema’s worden naadloos aan elkaar gelast en getuigen van grote klasse á la Dream Theater. Running All The Time is een spannend maar kort nummer waarbij de allure van Saga zeker wordt geëvenaard. Het stuwende gitaarspel kan zo ongeveer worden vergeleken met dat van Ian Crichton (Saga). Toch kan (I Am) One met de korter durende thema’s minder uit de voeten. Langere thema’s uitgewerkt op toetsen en gitaar ligt de band gewoon beter dan de wat commerciëlere refreintjes. Men weet wel heel goed de spanning in de nummers te behouden en dat komt grotendeels door het toetsengeweld alhoewel Not Good Enough mij niet té lang kan blijven boeien. Een niemendalletje waarbij Loozen zich iets te veel voor moet inspannen. Daarentegen is Follow The Stars wel weer een aangename meezinger en zeer inventief in elkaar gezet.
Wat mij betreft is “The Gates Of Industry” een van de betere cd’s dat de laatste jaren door een Nederlandse band is uitgebracht. Lekker in het gehoor liggende nummers met veel jaren tachtig prog invloeden. Volgens mij ligt de weg nu open voor verdere bekendheid en is er geen terugkeer meer mogelijk.
Ruud Stoker