Tom ‘Tee’ Tas is een bezig baasje. De Belgische gitarist is actief in een groot aantal bands en staat daardoor veelvuldig vermeld in recensies van albums op onze Progwereld site. Ik noem 23 Acez, mijn persoonlijke favoriet Neo Prophet en Entering Polaris. Maar daarnaast is hij actief in een groot aantal andere bands die overigens vaak richting extreme metal gaan, vandaar dat niet alles op deze site is besproken.
En daar schuurt het een beetje binnen deze recensie. Want hoewel deze soloplaat van Tas bijzonder divers is, overheersen de veelal stevige subgenres van metal op deze schijf. Nu is dat voor deze recensent geen enkel probleem, maar veel lezers zullen dit niet als hun ‘kopje thee’ beschouwen. Mijn taak zal dan ook zijn een objectieve opsomming te geven van wat er te vinden is op “Thriving Force”, maar niet geheel zonder redenen. Want er bestaat een link met de plaat “Godspeed” van Entering Polaris. Eigenlijk zijn “Godseed” en deze plaat eigenlijk een twee-eenheid, maar door Tas en platenmaatschappij bewust gescheiden uitgebracht om de verschillen van beide cd’s het beste tot uiting te brengen.
Zoals gezegd is ongeveer zestig procent van deze plaat een innige omhelzing van Tom Tas met zijn geliefde death – en vooral – trash metal. We krijgen een paar stevige riffs voorgeschoteld en de screams en grunts zijn rijkelijk present binnen die tracks. Die grunts en screams worden verzorgd door een batterij aan gastmuzikanten en vrienden van Tas, maar voor onze doelgroep niet echt relevant te noemen. Vooral de keuze voor de zangstijlen zorgt regelmatig voor de link met de genoemde metal stijlen, want wanneer er bijvoorbeeld gekozen zou zijn voor cleane vocals zouden er meer raakvlakken zijn met progressieve rock/metal, waar wij u op reguliere basis over berichten.
Thrive is een voorbeeld van snoeiharde deathmetal, ultiem versterkt door gastzangers David Davidson en Bjorn Strid. Hetzelfde geldt voor Utopia, hoewel daar toch ook wel weer mooie progressieve randjes aan kleven. Toch is de zang bepalend voor het totaalgeluid, want Jeffrey Rademakers, Mike Slembrouck en Benny Willeart gillen en krijsen er lustig op los in het nummer. I Bleed Worlds is een dynamisch nummer waarin verschillende metal en prog stijlen zijn verenigd.
Het is overigens niet allemaal knetterhard wat de klok slaat, bijvoorbeeld Lunar is een lieflijk akoestisch nummer wat het geheel op de plaat vreedzaam onderbreekt. Gastmuzikanten David van Ransbeeck en Karolina Prieels zetten hier hun beste beentje voor met respectievelijk viool en cello en Tom Tee zelf hanteert hier de akoestische gitaar. Ook het ruim achttien minuten durende Always in Motion begint redelijk relaxt en progressief, maar gaande de minuten verstrijken ontwikkeld er zich toch weer een knetterhard karakter. Linkjes met Periphery en Gojira komen onbewust in mij naar boven, ook door de constante factor van tempowisseling en dynamiek in de arrangementen. Maar het kan er ook rustig aan toe gaan, want door de achttien minuten heen worden we geconfronteerd met akoestische passages, Spaanse gitaren, onweer en zelfs een saxofoonsolo. Over de hele linie is dit nummer van een karakter dat de progressieve luisteraar onder ons kan waarderen. We sluiten af met het laid-back nummer Solar.
Voor de avontuurlijke luisteraar is er veel te ontdekken op deze schijf, dat mag je als zekerheid beschouwen. De cd is met de diversiteit in het achterhoofd gehouden bijzonder mooi geproduceerd en ondanks je van de zangstijlen moet houden kwalitatief gezien goed ingezongen. Tom Tee Tas trakteert ons op prachtig gevarieerd gitaarmuziek en etaleert zijn scala talenten op diverse elektrische en akoestische gitaren. Ook de overige (gast) muzikanten zijn van een bovengemiddeld niveau en dit is onomwonden gezegd een prima productie, het moet alleen in je straatje liggen.
Ruard Veltmaat