In Tormentata Quiete is eigenlijk het antwoord op de honger in de zoektocht naar een band als Penumbra. Die Franse blackmetal en gothic band veroverde jaren geleden mijn hart met een symfonische ratjetoe van metal, prog en gothic invloeden. Hoewel ik in beginsel moeite had met de expressieve zang van de band, draaide ik het vaak -al dan niet met- het nodige ‘skip’ werk. En waar ik tien jaar geleden nog een afkeer voor screams en grunts had, is dat inmiddels wat veranderd. Tegenwoordig kan ik het steeds meer waarderen, mits er maar een balans bestaat tussen normale zang en deze expressieve zanguitingen.
Penumbra is inmiddels al lang ter ziele, maar de muziek die deze band maakte heeft iets magisch. Noord Afrikaanse invloeden, metal, klassieke invloeden en vooral symfonische bombast. Deze bijzonder mix deed mij nog vaak grijpen naar de albums “The Last Bewitchment” en “Seclusion”. Eigenlijk heb ik die daarna nooit meer in die vorm kunnen ontdekken, totdat deze Italianen in beeld kwamen. Hoewel er toch nog veel verschil is te horen, heeft het veel karakterovereenkomsten.
Een uitgebreide introductie vindt u dan ook in de recensie van “TeatroElementale”, zodat het verder niet nodig is hier weer een opsomming te noemen, simpelweg omdat het maar niet lukt meer informatie te bemachtigen.
In die verstreken vijf jaren is er muzikaal het nodige veranderd, hoewel de line up van de band grotendeels intact is gebleven. Zanger Giovanni Noterangelo werd vervangen door Simone Lanzoni en werd er ook een zangeres toegevoegd: Irene Petitto. De muziek op “Cromagia” is door de verlopen jaren progressiever geworden en hoewel er nog steeds harde riffs zijn te vinden, is dat aspect ten opzichte van “TeatroElementale” behoorlijk gereduceerd. Waar op “TeatroElementale” de saxofoon een prominente rol had, is dat op dit album de viool: die wordt gespeeld door gastmuzikant Elena Mirandola. Er zijn meer akoestische songs te vinden en de monologen zijn helemaal verdwenen, hoewel het conceptverhaal vanaf album één doorgetrokken wordt. Ook hier gaat het vooral over de emoties van de mens, en de muziek schildert de diverse emoties. Blauw, de geur van de inspiratie in het leven en kunst. Rood, de smaak van de passie van het leven. Groen, het gefluister van de rust van een continue wording. Geel, de streling van de warmte voor de mens en tenslotte zwart, de visie van het contrast en van innerlijk conflict.
De eerste track Blu begint met een kenmerkende doom compositie wat doet denken aan het vroegere Anathema. Prachtig en meeslepend. Ook het opvolgende Il Profumo Del Blu is spannend en onderhoudend, hoewel de productie af en toe te vol is. De interlude Rosso bestaat volledig uit een uitgebreide solo op een citer en breekt het geheel. Fris en rustgevend, maar het duurt voor mijn beleving veel te lang. Het staat ook niet evenredig met het opvolgende nummer Il Sapore Del Rosso, waar de productie wel echt te vol klinkt. Daarna veranderd de muziek enigszins en gaan we over op meer rustgevende nummers waar vooral akoestische gitaren het voor het zeggen hebben. Ambient en vergezeld van krankzinnige geluiden, is de interlude Nero. Het is een mooie inleiding voor het duistere en zware La Visione Del Nero, waar de grunts weer eens tevoorschijn getoverd worden. Die waren tot aan deze tracks niet of nauwelijks gebruikt op dit album.
Ten opzichte van “TeatroElementale” is `Cromagia` evenwichtiger, zeker wat betreft de zang. De zang is nog steeds theatraal te noemen (wellicht doordat je door de onbekende taal niet begrijpt wat er gezongen wordt) maar de balans tussen screams en cleane vocals is mooier. De muziek is over de hele linie vlakker en er is meer ruimte voor akoestische tracks, waardoor er meer aantrekkingskracht wordt uitgeoefend op de ruimdenkende muziekliefhebber. De echte extremen zijn overboord gezet, maar het moet gezegd worden: sommige nummers zijn qua productie te vol. Niettemin is deze cd een mooie voortzetting van de carrière van de band. Nu alleen nog een betere marketing en het komt vast wel goed met de band met een prachtige naam: “In Gekwelde Stilte”.
Ruard Veltmaat