Na hun debuut “The Village” begonnen overgebleven Innerspace-bandleden Phil Burton en Simon Arsenault aan een nieuw album. Dit werd een langzaam proces omdat ze ook op zoek moesten naar een nieuwe toetsenist, bassist en drummer. Nadat dit was ingevuld werd het schrijven van nieuw materiaal intensiever opgepakt, waarbij de nieuwe toetsenist Brunelle ook zijn aandeel leverde bij het schrijven van nieuw materiaal. De heren namen hun tijd: in 2015 startten de opnamesessies met dezelfde geluidstechnicus als op “The Village”, waarmee weer een prima productie werd gewaarborgd. Nu, vijf jaar later is het dan zo ver en komen de Canadezen met de opvolger: “Rise”.
“The Village” had indertijd mijn aandacht getrokken omdat Pink Floyd invloeden samen met aantrekkelijke composities ook hier weer prachtige momenten opleverden. Dit smaakte naar meer en de nieuwsgierigheid was groot bij het starten van de eerste luisterbeurt van “Rise”.
Om maar met de deur in huis te vallen: wie bij het beluisteren van “Rise” ook weer een stevig Pink Floyd stempel verwacht, komt bedrogen uit, want de band put dit keer uit een ruimer arsenaal aan invloeden en zet flinke stappen naar een geheel eigen geluid. Hierbij vallen ook de orkestrale gedeelten op die het geheel rijker en gelaagde doen klinken. Het kan niet anders dat de nieuwe inbreng van Brunelle hier mede debet aan is.
“Rise” klokt maar liefst 70 minuten en heeft als thema globalisatie en dystopia (als tegenhanger van Utopia). “Rise” start met Dawn, een aantrekkelijk hoorspel met straatgeluiden, sirenes, kerkklok, voetstappen met een in de verte een opdoemend Gregoriaans aandoend a-capellakoor dat na een openzwaaiende deur in volle glorie de kamer binnenstroomt. De band slaagt er hierbij volledig in om een bijzondere sfeer te scheppen en de luisteraar als het ware naar binnen te trekken en voor te bereiden op ruim 1 uur geconcentreerd luisterplezier. De sfeer/randvoorwaarden zijn hierbij gezet.
Dawn gaat als sfeerzetter naadloos over in Tree Of Life, dat na de geraffineerde opener aanvoelt als thuiskomen, startend met motiefjes die aan het ‘oude’ Genesis herinneren, gevolgd door blaaspartijen, die de luisteraar mogelijk doen denken aan Pink Floyd’s “Atom Heart Mother”. Het geheel ondersteund door fraaie strijkers met piano eindigend in licht-metalen gitaarwerk compleet met roffelende basedrums waar het voornoemde koor weer boven komt te hangen. Fraai uitgevoerd met veel afwisseling en toch natuurlijk aanvoelend zonder effectbejag. De band geeft een geweldige demo van wat ze in huis heeft.
Tree Of Life wordt gevolgd door The Other Side, een ingetogen ballad gedragen door de prettige stem van Phil Burton begeleid door een fraaie piano zonder opsmuk en een prachtig contrast met het naadloos volgende In Motion, het pronkstuk van dit album. De track start met wat industrieel aandoende toetsen die weer fraai contrasteren met de later volgende lekkere zanglijnen en fraai gitaarwerk a la David Gilmour. Het album wordt besloten met een erg fraai 5-luik, waarin bij met name het haast twaalf minuten lange Forsaken Dreams alle progregisters worden opengetrokken.
Sterke en afwisselende composities met vleugjes Pink Floyd, Nickelback, Rush en Yes met een onmiskenbaar eigen Innserpace stempel blijkt een kwaliteit die de band op dit nieuwe album in ruime mate blijkt te bezitten. “Rise” zal daarom ook luisteraars aanspreken die bereid zijn ‘ervoor te gaan zitten’ en de geboden complexiteit en afwisseling weten te waarderen. Een groeibriljant!
Clemens Leunisse