Het is gaaf dat bands als Genesis, Yes en Pink Floyd keer op keer muzikanten inspireren om muziek te maken; muzikanten die invloeden van deze bands gebruiken, maar daarnaast ook op zoek gaan naar een eigen geluid. Je hebt ook bands die eigen nummers maken, maar het patroon van de muziek van hun helden minutieus volgen.
In deze laatste categorie vallen helaas nogal wat bands. Als je kijkt naar Pink Floyd-volgers dan moet ik denken aan bands als Cosmos en Freedom To Glide. Deze eerste band kopieert schaamteloos en de tweede genoemde doet een serieuze poging om er een eigen draai aan te geven. Ergens daar tussenin zit dit uit Canada afkomstige Innerspace. Alles op dit debuutalbum klinkt, ruikt en smaakt naar Pink Floyd.
De stem van Phil Burton en het gitaargeluid van Simon Arsenault lijken sterk op die van David Gilmour. Maar ook de hele opbouw van de nummers is zoals we kennen van Floyd. Neem een nummer als Mister Mayor. Het hele nummer is zo Floyd dat het lachwekkend wordt. De overgangen zijn zo onwijs voorspelbaar. Sfeervolle intro? Check. Ruig stemgeluid? Check. Bruggetje met sfeervol toetsengeluid? Check. Overgang naar de akoestische gitaar? Geregeld. Felle gitaarsolo? Check.
Een aantal nummers is helemaal niet zo slecht. Maar de enorme voorspelbaarheid gooit roet in het eten. Daarbij wordt de muziek nergens spannend, laat staan meeslepend. Daar waar Freedom To Glide nog een eigen geluid weet te creëren, volgt Innerspace de platgetreden paden. Het spreekwoord zegt ‘beter goed gejat, dan slecht bedacht’, maar zelfs dat gaat bij deze plaat niet op.
Maarten Goossensen