Het debuut van de Duitse groep Inquire heeft alles wat een progliefhebber maar kan wensen: prachtige gitaarsolo’s, schitterende toetsenmelodieën en een smetteloze productie. Dieter Cromen blijkt een zeer talentvolle gitarist te zijn. Helaas is zijn zangkwaliteit van niet hetzelfde niveau, maar gelukkig wordt er vrij weinig gezongen op de plaat. Het is niet gemakkelijk Inquire ergens mee te vergelijken. Ze hebben duidelijk hun wortels in de neoprog, maar spelen ook leentjebuur bij de duizenden andere symfonische rockgroepen uit de geschiedenis. Het kunstzinnige trekje dat Inquire altijd lijkt te hebben – volgens critici wat te kunstmatig vaak, maar mij bevalt het wel – geeft mij aanleiding een nieuwe term te introduceren voor deze groep: ‘neo-art’
Na een spannend en mooi opgebouwd intro, gaat Kongfrontation spetterend van start met een simpele, doch doeltreffende basismelodie. Cromen begint direct erg mooi te soleren, maar ook Robert Kohler laat middels spannend toetsenwerk van zich horen. Na een kort stukje zang, komt ons een haast Marillion-achtig ritme tegemoet, waarover zalige gitaar- en toetsenthema’s worden gestrooid op een tegendraads ritme. Tenslotte komt het hoofdthema weer terug, welke naar een soort van hoogtepunt werkt. Aan het einde laat King Kong nog wat van zich horen. Een goed openingsnummer in zijn totaliteit.
Kindergeburtstag is een briljant instrumentaal nummer vol overgangen en zelfs wat tango-achtige ritmes. Cromen geeft er zijn mooiste gitaarsolo in weg, alhoewel ook een dragende en spannende Maze Of Despair een aantal solo’s kent waar John Mitchell van Arena nog wat van zou kunnen leren. Het Marillion/Arena-gehalte in dit sterke nummer is sowieso groot, alhoewel ik niet erg gecharmeerd ben van de zangkwaliteiten van Cromen. Maar zoals ik zei, het grootste gedeelte van de cd is instrumentaal.
Het eveneens zeer opwindend en semi-klassiek aandoende Der Mann is sterk. Het is moeilijk voor te stellen met zulk goed geproduceerd en uitgevoerd materiaal dat dit debuut live in de studio is opgenomen.
De plaat sluit af met het ruim 26 minuten durende When Darkness Turns To Light. Deze suite, uiteenvallend in zeven delen, is in meerdere opzichten het prijsnummer van de plaat. Het betreft een zeer goed geconstrueerde en mooi opgebouwde suite, die het verdient om te worden gehoord. Pianoklanken begeleiden de andermaal slecht zingende Cromen, maar zijn gitaar verlost ons al snel en voor we het weten zitten we in een instrumentaal neofeestje (Creatures Of The Dark), waar naar hartelust wordt gesoleerd en gefreakt. Mooi is ook het stukje Don’t Believe In Miracles, waar toetsenist Köhler zijn talenten laat horen.
Wat “Inquire Within” ook zo’n prettige kennismaking maakt is de heldere, transparante productie. Het luistert lekker weg, en ook na tientallen keren luisteren ontdek ik nog steeds nieuwe dingen. Dit debuut is niet zo sterk als de volgende twee platen, maar het zette Inquire wel degelijk op de kaart.
Markwin Meeuws