Als ik deze cd in mijn handen houd, wat heb ik dan in feite beet? Een schijfje plastic, glimmend en wel, verpakt in een lastig plastic doosje met een onhandig boekje erbij gevoegd. De muzikale meerwaarde die het stukje plastic biedt, is feite afkomstig van mezelf en niet van dat cd’tje. Feitelijk staat de muziek dus niet op de cd, maar zit het geheel van muzikale structuren en patronen in mijn hoofd. In essentie is dat stukje plastic waardeloos, maar samen met de luisteraar (ikzelf in dit geval) wordt het cd-tje existentieel.
Deze boeiende gedachtegang van Jean-Paul Sartre, zoals verwoord in zijn novelle “Nausea”, wordt 76 minuten lang muzikaal uitgediept door het Duitse trio Inquire. Op een zeer indrukwekkende manier, mag ik wel zeggen. De cd ademt een filosofische en kunstzinnige sfeer uit. De zeer modern klinkende muziek heeft zowel raakvlakken met de complete geschiedenis van de symfonische rock, zonder ook maar ergens een duidelijke invloedsbron naar voren te schuiven. Vooral de sfeer van de complete cd is subliem, waarbij de losse onderdelen vaak met Frans of Duits gesproken teksten worden ingeleid of begeleid. Zonder een muzikaal oordeel hieraan vast te koppelen, doet me deze sfeer nog het meest denken aan “Dawn” (1976) van Eloy. De gesproken teksten zijn uitermate functioneel en helpen de aandacht vast te houden. Want het is een hele zit, deze cd.
Een goed voorbeeld van hoe dat ‘gesproken woord’ werkt, is één van de hoogtepunten van de cd eens te bekijken: Der Autodidakt. Bijzonder prettig dat in het cd-boekje de complete opgedreunde tekst staat. Wat blijkt? In het eerste rijtje worden alfabetisch een lijstje filosofen opgenoemd en na een uitstekend gitaarthema en de nodige uitwerkingen hiervan, bevat het tweede lijstje louter ‘scholen’ die uit deze filosofen zijn voortgekomen.
De twee eerste gedeelten van dit magische conceptwerk zetten de toon. Bienvenue à Bouville kent -naast het aangename accordeon-intro- prachtig gitaarwerk van Dieter Cromen en zit bol zalige thema’s en tempowisselingen. Nausea kent het briljantste thema, slechts een half minuut lang, helemaal aan het einde.
The End Of A Sunday komt wat minder snel los. Dat komt met name doordat de zang van Dieter Cromen mij nou niet zo aanspreekt. Evenwel is het ‘bounjour-bounjour’-gedeelte wel geinig. Halverwege het nummer wisselen toetsen en gitaar elkaar in een langdurig instrumentaal stuk af, en na opnieuw een kort stukje gezongen te hebben, laat Inquire even fijntjes weten hoe je neoprog kan behoeden voor conservatisme. Je bent dan nog niet halverwege de cd, en je weet: existentieel cd’tje, dit.
Ook het lange The Museum is indrukwekkend en een paradijs voor percussionisten.Helaas zakt mijn aandacht wat in bij het gezongen gedeelte, maar het stoort nergens. Het nummer vertoont regelmatig wat experimentele trekjes, maar het totaalplaatje blijft gestructureerd en melodieus. Tal van melodieën, thema’s en solo’s passeren de revue in dit boeiende museum. Ik moet soms bijna aan dat andere museum denken, die met die gorilla’s…
Het afsluitende titelnummer Melancholia begint wanneer Shirley Bassey… eh sorry… Ulla Becker weer een kort stukje zingt. Het is zeer terecht het titelnummer, want één van de sterkste nummers van de plaat, met opnieuw veel gesproken tekst in het Frans. Het is ook een wat ingehouden nummer, er wordt niet wild met allerlei thema’s gestrooid, maar de heren van Inquire blijven wat meer bij de basis. Dat zorgt ervoor dat dit stuk een epischer karakter krijgt, waarmee het een prima afsluiter is.
Het leuke van deze cd is ook dat ik hem iedereen kan aanraden. De progfan die het voornamelijk zoekt in jaren ’70-werk werk zal veel plezier beleven aan deze cd. De neoprog-fan zal zijn horizon verbreed zien door dit werkje. En tenslotte de progfan die meer naar de randjes van de progressieve rock kijkt zal deze cd zeker aandacht moeten geven.
En zo zullen we dan met zijn allen de existentie van deze “Melancholia” op juiste waarde schatten. Eén van de opmerkelijkste cd’s van 2003, een cd om jarenlang te koesteren.
Markwin Meeuws