Lucy en Dietmar zien het niet meer zitten. Het zijn twee individuen die de druk van de maatschappij niet meer aankunnen en zich terugtrekken in de schijnbare veiligheid van de huiskamer, waar hen niks kan overkomen. Ze willen niets meer te maken hebben met de wereld en al zijn problemen. Dietmar heeft genoeg aan zijn schommelstoel, waar hij zijn nekkussentje op legt en zo al zijn problemen kan vergeten.
Waar Inquire in 1999 al indruk maakte met hun live opgenomen debuut “Inquire Within”, menen we dat dit twee jaar later verschenen “The Neck Pillow” in alle opzichten de overtreffende trap daarvan is. Waar “Inquire Within” nog werd gekenmerkt door een zekere naïviteit en luchtigheid, is daar op “The Neck Pillow” niks van te merken. Het werkje bezwijkt bijna onder zijn eigen gewicht en het vereist meerdere luisterbeurten dit moeizame plaatje tot je te nemen. Je kan dat het beste doen in een schommelstoel, met een kussentje onder je nek en je koptelefoon op.
Naast de invloeden uit de geschiedenis van de symfonische rock, kent deze cd ook invloeden uit de complete klassieke muziek, van Bach tot Beethoven, van Brahms tot Grieg, van Mahler tot Stravinksy. De term ‘art-neo’ doet opnieuw zeer sterk van zich spreken.
Het Duits gesproken intro bereidt ons voor op Die Bettwurst Part One, een zich langzaam ontwikkelende, maar uiteindelijk zeer goed in elkaar zittend en voortreffelijk gespeeld nummer van 20 minuten, waar met name de opbouw en solo rond de 12 minuten, de Mike Oldfield-belletjes en de angstaanjagende toon van de Duits gesproken tekst erna veel indruk maken. Dit is zeker geen achtergrondmuziek. De kraakheldere productie, vernuftige geluidseffecten en – belangrijkste – prachtige thema’s maken dit een zeer sterk nummer, dat ook nog eens gekenmerkt wordt door veel dynamische verschillen en neoklassieke invloeden. Aan het einde zit er dan een briljant gitaarmelodietje dat plotsklaps opho…
Anders dan je zou verwachten gaat Die Bettwurst Part Two niet door met dat melodietje. Daarentegen neemt de Duitse verteller ons andermaal mee in het verhaal van Dietmar en Lucy, die nog een aantal gebeurtenissen te wachten staat. Het eerste deel hiervan (‘cheap Hollywood movies‘) is tamelijk recht toe recht aan, maar al snel komen de typische Inquire-trekjes boven als Lucy in het nummer wordt ontvoerd. Dieter Cromen zingt trouwens opmerkelijk beter dan op het debuut, alhoewel hij nog steeds geen meester is. Meester is hij wel op de gitaar als hij andermaal rond de 7 minuten een toonladderoefening ten gehore geeft, waarna Köhler zijn vingervlugheid op het toetsenbord ook mag etaleren en vervolgens beide heren de basismelodie samen beetpakken. Heerlijke muziek zo!
Als tussenstukje kennen we op deze plaat dan nog het 17 minuten durende Circles, een volledig instrumentaal stuk (buiten de geheimzinnig gesproken tekstfragmenten) dat de oortjes doet spitsen. Het is vooral een goed stuk door de langdurige en goed gespeelde interactie tussen met name Cromen en Köhler, die spelen alsof ze achterna gezeten worden. Tel daarbij op het ambient-achtige sfeertje van het nummer en je hebt een hoogtepunt.
“The Neck Pillow” is een onbetwist meesterwerk, dat slechts wordt overtroffen door het opvolgende “Melancholia”. Het is alleen een raar, onvriendelijk werkje. Zoals het foeilelijke hoesje, kijkt de cd je telkens aan en daagt je uit: “durf het eens!”. Maar eens in de zoveel tijd zal ik – zo weet ik – plaatsnemen op mijn schommelstoel en net als Dietmar mijn nekkussentje pakken…
Markwin Meeuws