Over de hele wereld kom je bands met de naam Inquisitor tegen. Ook in Litouwen, een land waar we eigenlijk maar weinig van horen. Dit bandje gaat daar waarschijnlijk geen verandering in brengen. Inquisitor maakt namelijk ontoegankelijke ‘avant-garde black metal’, met extreem snelle gitaarriffs, nog snellere basdrums en venijnige grunts. Het debuutalbum “The Quantum Theory Of Id” is dus niet geschikt voor tere zieltjes!
Inquisitor valt waarschijnlijk in de smaak bij liefhebbers van obscure black metal á la Arcturus, Axamenta en Celtic Frost. Maar misschien is de muziek ook interessant voor sommige progmetalfans. De lange nummers hebben namelijk een ongewone opbouw en veel tempowisselingen. Het ene moment luister je naar gitaargehakketak, een tel later naar klassiek pianospel. Ook typisch ‘progmetal’ is het concept achter het album. Een duistere stem legt in openingsnummer Infimum een ingewikkeld verhaal over determinisme uit.
Als de verteller uitgesproken is gaat het album ruig en rauw van start. Zanger Lord schreeuwt over distortion gitaren en hyperactieve drumpartijen heen. Het klinkt een beetje alsof het album opgenomen is in een kille fabriekshal. De nummers klinken namelijk een beetje hol en ‘metaalachtig’. Gitarist Nyku ragt er monotoon op los en drummer Garloq lijkt wel een hakmachine, ingesteld op het allerhoogste tempo. Ook komt de muziek wat afstandelijk over door de schelle grunts en de haast wiskundige overgangen. Maar in het nummer Die Welt Als Wille Und Vorstellung verandert de fabriek ineens in een balzaal, waar een gevoelig, klassiek pianodeuntje gespeeld wordt. De piano brengt wat warmte in het geluid en speelt een erg belangrijke rol op het album. Onder de dikke laag gitaarruis hoor je altijd theatrale toetsen, die soms op de voorgrond treden.
De muziek van Inquisitor moet je een aantal keer draaien voor het kwartje valt. Op het eerste gehoor klinkt het namelijk kil en roekeloos. Je wordt wild heen en weer geslingerd tussen dramatische toetsen, gegorgel, drummokerslagen en ruige riffs. Elk nummer duurt ongeveer tien minuten en heeft geen kop of staart. Inquisitor werkt nooit naar een climax toe, maar beukt, stuwt, hakt, snijdt en krast er flink op los. Na een aantal luisterbeurten ga je echter steeds meer stukjes uit de brij herkennen en valt het subtiele toetswerk ineens op.
“The Quantum Theory Of Id” is een technisch album, waar lang niet iedere progfan blij van wordt. Maar als jij wel tegen een stootje kan en wat uithoudingsvermogen hebt, is dit voor jou misschien wel een cd om de kille, koude winterdagen mee door te komen.
Shireen Bekker