De neo-prog die de Britse band IT (spreek uit als it) op z’n derde album “We’re All In This Together” laat horen barst van de energie. Die bruisende manier van spelen hebben de bandleden niet van een vreemde. Bands als Rage Against The Machine, Nirvana en Red Hot Chili Peppers behoren namelijk tot het inspiratiemateriaal van de heren. Op hun site lees je zo goed als niks over neo-prog. Toch is er de nodige verwantschap met de muziek van zeg maar Final Conflict, Tin Spirits en (doe eens gek) Timothy Pure. IT maakt vermakelijke muziek waar de gitaren stevig en riffend zijn, waar de ritmes aanstekelijk klinken en waar de harmonieën voor verrassende wendingen zorgen. IT komt met intelligente, maatschappijkritische teksten over onder andere politiek, religie, oorlog en seksualiteit. Er valt genoeg te vertellen over dit album maar eerst wil ik het eigenlijk over iets anders hebben.
Komt-ie. Door een bandnaam als IT en een cover waarop een in een capuchon gehuld jongensgezicht te zien is ben je al gauw geneigd te denken dat dit een Stephen King- gerelateerd product is. Ban deze gedachte direct uit en neem in plaats daarvan de ontstaansgeschiedenis van de band tot je. We gaan terug naar 1993 als zanger/gitarist Nick Jackson een soloproject opstart onder de naam IT, hetgeen een afkorting is van de naam van zijn tienerbandje Illegal Tender. In de loop der jaren groeit IT uit tot een ware band. Er wordt een studio gebouwd in de tuin van Jackson en in 2002 verschijnt hun eerste cd, “Over And Out”. Een jaar later treedt gitarist Andy Rowberry toe tot de band en dat is een belangrijke stap in het bestaan van IT aangezien Rowberry ook componeert. Vervolgens ziet in 2009 het album “Departure” het levenslicht en in 2017 is het hier besproken “We’re All-in This Together” aan de eeuwigheid toevertrouwd. Echt productief is men dus niet daar in Londen. Niet dat dat geeft, IT is er de band niet naar om er een metertje cd’s van in huis te hebben. De tien nummers van dit nieuwe album kunnen met al hun variatie deze kar prima samen trekken.
Wat hebben we zoal? Na het openingsnummer Power, dat gebaseerd is op een strakke riff uit het metal- idioom, volgt het sfeervolle Born Into Debt. Jammer dat het akkoordenschema een regelrechte kopie is van Casino’s Overheard In Passing. Zo blijft men naar mijn idee hangen in het subtoppersschap. Echt overtuigd ben ik hierdoor nog niet ondanks dat de band dat beslist wel probeert te bewerkstelligen. Met The Working Man en Last Chance gaat het dan gelukkig helemaal de goede kant op, leuke nummers waar goede ideeën aan ten grondslag liggen en met wat Pink Floyd-neigingen in het arrangement is The Working Man zeker mijn favoriet. Tot de betere nummers behoort ook het up-tempo Gamble The Dream waar de band probeert de naden uit je sokken te spelen. Mijn zegen hebben ze. Steeds meer weet IT hoe ze donkere muziek allesbehalve duister moet laten klinken. Typisch is dat naarmate het album vordert de sfeer grimmiger wordt. Er is dan een toename in het gebruik van vervormde zang en allerlei stemmetjes zoals dat in nummers als Voices en Down The Hatch goed naar voren komt. Ook knutselt de band er wat met omgevingsgeluiden waardoor ik niet zelden aan de crea-bea’s van Man On Fire moet denken. Neem bijvoorbeeld het dik elf minuten durende The Path of Least Resistance, een indrukwekkend staaltje studiovlijt. Steeds als de band zich wat dreigt kwijt te raken is daar dat heerlijk jaren ‘80 refrein en ook van de uitbundige gitaarmomenten ga je glimmen. Ter afwisseling is er het toegankelijke House en als de band met het concluderende Revolution het album afsluit zal je een goed gevoel hebben overgehouden aan de plaat.
De strekking van het geheel is dat de wereld waarin we leven niet meer is wat het was en dat we samen een revolutie moeten ontketenen willen we dat veranderen. Zowel qua muziek als qua teksten is “We’re All In This Together” een intrigerend werkstuk. Go for it!
Dick van der Heijde