Twee jaar na het magistrale “Night Loops” heeft het uit Oakland, Californië afkomstige Jack O’ The Clock eindelijk weer een nieuwe plaat uit. Twee jaar, objectief gezien niet eens zo lang, behalve als je ergens op wacht… Weliswaar was er ruim een jaar geleden al het (gratis te downloaden!) tussendoortje “Outsider Songs” met daarop een zevental covers, maar dat kon toch niet dienen als een volwaardige opvolger. Nu is die plaat er dan wel: “Repetitions Of The Old City – I”.
Een eerste luisterbeurt brengt al direct een drietal veranderingen aan het licht. Ten eerste is er de verandering in stemming. Was “Night Loops” een erg donker album, “Repetitions” klinkt een stuk lichter. Bandleider Damon Waitkus staat tegenwoordig weer wat vrolijker in het leven en dat is duidelijk terug te horen, al blijft de thematiek van de nummers nog steeds vrij zwaar. Een uitzondering op die lichtere sfeer vormt Videos From The Dead, dat daardoor wat uit de toon valt. Dat wordt gelukkig ruimschoots gecompenseerd door de sterke compositie, het interessante gebruik van samples en de bijdrage van Fred Frith, die we onder andere kennen als gitarist/oprichter van Henry Cow en Art Bears.
Een tweede wijziging is te vinden in de stijl van het album. “Night Loops” brak met de akoestische folk/bluegrass-benadering van zijn voorgangers door het gebruik van een flinke hoeveelheid elektronica. Die ontwikkeling heeft geen vervolg gekregen. “Repetitions” klinkt weer een stuk organischer en legt het accent meer dan de voorganger op de kamermuziek.
Het derde verschil, ten slotte, zit hem in de lengte van de nummers. Jack O’ The Clock maakte al eerder lange nummers, maar nog niet eerder stonden er drie nummers die de tienminutengrens overschrijden op één plaat. Nu zegt de lengte natuurlijk niets over de kwaliteit: liever een coherent stuk muziek van vijf minuten dan een epic van een kwartier dat na vijf minuten al door zijn goede ideeën heen is. Wat dat betreft hoeven we ons gelukkig geen zorgen te maken: Waitkus heeft de gave om zijn nummers over de gehele lengte te laten boeien. Sterker, The Old Man And The Table Saw, met daarin een prominente rol voor hakkebord, fagot en viool, is een van de beste nummers die ik dit jaar gehoord heb en de andere twee tienplussers doen daar nauwelijks voor onder.
De eerste luisterbeurt toonde dus al gelijk een aantal verschillen, maar veel groter zijn natuurlijk de overeenkomsten. Bij een Jack O’ The Clock plaat kun je bijvoorbeeld niet om de zangstijl van Waitkus heen: Zijn indringende en lenige manier van zingen en de gekozen fraseringen brengen de zang extra naar de voorgrond, zeker ook doordat de zanglijnen soms hun eigen weg lijken te volgen. Ook is de staccato speelwijze uit duizenden herkenbaar, waar bovendien de instrumentkeuze per nummer eigenlijk niet eens echt invloed op blijkt te hebben. Zet één bandlid met enkel een triangel neer en het klinkt waarschijnlijk nog steeds als Jack O’ The Clock.
Werkelijk goede bands weten zich op elk album opnieuw uit te vinden zonder hun identiteit te verliezen. Jack O’ The Clock doet dat op “Repetitions Of The Old City – I” en bewijst wat mij betreft andermaal tot de absolute top te behoren. Hoe dierbaar het geluid van “Night Loops” me ook is, ik kan de nieuwe koers alleen maar toejuichen.
In de loop van 2017 zal deel twee verschijnen en Damon Waitkus heeft reeds aangegeven dat deze weer anders zal klinken. Geweldig, ik kan niet wachten! Tot het zover is, vermaak ik me overigens prima met deze plaat, die gegarandeerd hoge ogen zal gooien in mijn jaarlijst.
Wouter Brunner