Jade Warrior wordt in 1969 opgericht door John Field (fluit, percussie en toetsen) en Tony Duhig (gitaar). Het duo vindt in Glyn Harvard een zanger / bassist die gelijke interesse heeft in jazz, Afrikaanse muziek and Latijns Amerikaanse muziek. Het trio wordt verder uitgebreid met drummer Alan Price en de broer van Tony: David Duhig. De band vindt bijna onmiddellijk onderdak bij het nieuwe progressieve label Vertigo (onderdeel van Philips Records). Dit vijftal maakt tussen 1970 en 1973 drie albums, waarin succesvol rock, jazz, Afrikaanse en oriëntaalse muziek wordt gecombineerd. Hun tweede album “Released” slaat goed aan in de Verenigde Staten en hier wordt dan ook hun derde album opgenomen: “Last Autumn’s Dream”. Echter door de slechte promotionele activiteiten van Vertigo, doet dit album weinig en wordt hun contract beëindigd.
Verschil van mening over de muzikale toekomst resulteert uiteindelijk zelfs in het uiteenvallen van de band. Field en Duhig gaan verder als duo en na een ontmoeting met Steve Winwood, die een grote fan blijkt te zijn, wordt het duo onder contract genomen door Island Records. Waarschijnlijk als antwoord op Mike Oldfield, die bij concurrent Virgin een succes scoort met zijn “Tubular Bells” (en waar op niet geheel toevallig Jade Warrior-lid John Field te horen is als fluitist, red.). Voor Island Records worden uiteindelijk vier albums opgenomen: “Floating World”, “Waves”, “Kites” en “Way Of The Sun”. Alle vier zijn nu in geremasterde vorm opnieuw verschenen bij Eclectic Discs.
“Floating World” is de eerste van vier albums voor Island Records en is een (bijna) instrumentaal album, waarbij de rustige toetsen- en gitaarpartijen overheersen. Volgens de overlevering is “Floating World” een logisch vervolg op de eerste drie albums. Ik ben zelf niet bekend met deze albums dus kan dit nog bevestigen nog ontkennen. Naast traditionele instrumenten is er een scala wereldse instrumenten.
Het album bevat 10 tracks en opent met Clouds, een rustig nummer met een koor en akoestische gitaar. Het nummer loopt geleidelijk over in Mountain Of Fruit And Flowers, een nummer waar de jazz invloeden duidelijk hoorbaar zijn. Waterfall begint als een traditionele song, maar voegt langzaam steeds meer Afrikaanse en oriëntaalse invloeden toe om te eindigen in een oase van rust. Red Lotus kent hetzelfde verloop als zijn voorganger: een traditioneel begin met drums, rockende gitaar en een rustig sluitstuk met fluit. Rainflower is het spiegelbeeld van Waterfall en begint rustig met Santana-achtig gitaarspel, waarna de rust zijn opwachting maakt. Hierna volgt het prijsnummer van het album: Easty. In dit nummer komen alle invloeden samen: rockende en jazzy gitaren, omringt door prachtig fluitspel. Monkey Chant is een stevig Hendrix-achtige song en kent een paradox in het wederom rustige Memories Of A Distant Sea, waarin de harp en de fluit de weg effenen voor de gitaar. Het enige gezongen/gesproken nummer is het laatste nummer van het album: Quba, een song die precies het gevoel weergeeft van het gehele album: rust.
De naam Jade Warrior staat al tijden op mijn verlanglijstje met namen om eens te ontdekken, maar tot nu toe kwam het daar niet van. Ik was dus behoorlijk nieuwsgierig om deze band te ontdekken, maar om helemaal eerlijk te zijn: het valt me allemaal een beetje tegen.
Om de muziek van Jade Warrior te typeren of te vergelijken is haast onmogelijk. Jade Warrior lijkt namelijk het meest op…Jade Warrior. Er wordt op “Floating World” intrigerende muziek gemaakt van het allerhoogste niveau, maar daar moet je wel voor openstaan. Nou heb ik best een avontuurlijk ingestelde smaak, maar ik betwijfel of ik dit album nog vaak zal opzetten.
Ewout Boonen