De inmiddels 47-jarige James LaBrie is een veelbesproken artiest. Als zanger van Dream Theater is hij bij velen omstreden, als gastzanger graag gezien, coöperatief en uiterst veelzijdig, als soloartiest en algemeen gaat hij lekker zijn eigen weg. Zijn naam staat onder zestien albums met Dream Theater en een niet meer op twee handen te tellen aantal projecten (waarvan Tim Donahues “Madmen & Sinners” er voor mij met kop en schouders bovenuit steekt). En hier bespreken we dan zijn tweede officiële soloalbum, hoewel we er vier tellen als we ’s mans uitstekende werk onder de naam MullMuzzler meerekenen. En het moet gezegd: ook deze keer weet LaBrie te verrassen en bestaansrecht af te dwingen met dit “Static Impulse”.
LaBrie heeft (wederom) gekozen voor een agressieve benadering, zelfs sterker nog dan op voorganger “Elements Of Persuasion”. De muziek is beïnvloed door de melodieuze ‘Gothenburg Deathmetal’, waarbij bands als In Flames, Arch Enemy en Children Of Bodom voor inspiratie zorgen. En in dat geval wordt het productionele toefje slagroom nogal vanzelfsprekend en als vanouds treffend verzorgd door Jens Bogren. Nieuwkomer Peter Wildoer op drums (o.a. Arch Enemy, Majestic en Darkane) is sterk van toegevoegde waarde door zijn specifieke drumstijl, maar zeker ook door zijn aan Meshuggahs Jens Kidman refererende screams die veelvuldig te horen zijn en waar LaBrie natuurlijk zijn stembanden niet aan waagt.
Op “Static Impulse” hoor je in sommige refreinen weliswaar Dream Theater terug, maar dit album echt progmetal noemen zou vergezocht zijn; daarvoor zijn de songs te kort, te overzichtelijk en te gemakkelijk herkenbaar. Wellicht ietwat voorspelbaar zelfs met een couplet, refrein, couplet, refrein, stop. Overigens zijn voor wie goed luistert onder de oppervlakte volop technische hoogstandjes te beluisteren, LaBrie presenteert zich hier qua aanpak nog het meest als het huidige Rush. Heel geslaagd zijn de waanzinnige, kort maar krachtige gitaarsolo’s die de songs nog extra opleuken. En dat is toch wel de echte kracht van dit album: het enorme vakmanschap waarmee de songs gecreëerd en uitgevoerd zijn, gecombineerd met een opvallende dosis enthousiasme. Sterke troef daarbij is de emotionele lading die LaBrie met zijn kenmerkende zang aan de uptempo composities meegeeft; samen met het hoge meezinggehalte van de melodieuze refreinen zijn de soms brute metalcomposities hierdoor goed in balans en zeker onderscheidend binnen het deathmetal-genre. Pas bij de ingetogen en zeldzaam zoete afsluiter Coming Home bekruipt mij het gevoel dat ik wat eerder en vaker een stijlwisseling op dit album had willen horen, al was het alleen maar om de eerder genoemde veelzijdigheid van LaBrie te onderstrepen.
Ik heb om uiteenlopende redenen groot respect voor de mens en artiest LaBrie. Feit dat ook dit album weer tot de categorie ‘love it or hate it’ behoort is er een van, evenals het feit dat het van compositie tot productie tot artwork allemaal weer tot in de puntjes verzorgd is. Het is ook volstrekt duidelijk waarom LaBrie überhaupt met “Static Impulse” op de proppen komt. Met Dream Theater zou hij immers nooit tot dergelijke composities kunnen komen en als hij iets duidelijk maakt, is het wel dat hij als eindverantwoordelijke voor de muziek volledig overtuigt en dat ook dit muzikale jasje hem heel behoorlijk past.