Ooit was het fris, gemoderniseerde progressieve rock met politieke beschouwingen en tijdsduidingen. Nu heb ik bij het eerste nummer meteen dat bluh-gevoel. Moet ik na mijn lange dag werken in de jeugdzorg ook nog horen van de Jane Getter Premonition dat de wereld zo verdeeld is? En dat dat och zo zwaar is voor het individu. Wat zijn we toch akelig vervreemd geraakt. Het is de reden dat ik niets wil luisteren van Steven Wilson, wiens gemijmer na twee coupletten bij mij al smaakt naar natte, slappe vissticks (waarbij je hersenpan toch nog aangekoekt achterblijft). Ik ben geen enorme Genesis-fan, maar na zo’n werkdag vind ik het toch prettig om met “Trespass” even weg te dromen.
Op “Division World” opent de groep rondom zangeres en gitariste Jane Getter met sluimerende, lichtelijk afwezige crossover-prog die hier en daar mooie akkoorden aan elkaar rijgt. De focus ligt op de songs, maar er zijn ook fusionelementen te horen en het sonische landschap laat zich wel vergelijken met een hoop moderne neo-prog. Jane Getter heeft de gun met haar elektrische gitaar en haar solo’s klinken gerust prima. Toch luisteren de eerste drie liedjes weg alsof het rode gordijn van het theater nog dicht zit, maar er wel al gespeeld wordt.
Het instrumentale nummer Compass had eigenlijk wel gepast op “Spheres” van Pestilance, al had het dan nog een flinke schuit vuiger moeten zijn. Het is wel het eerste nummer waarvoor je je bezigheden even staakt. Prima progfusion, best statig en fantasierijk ook. Bij End the Blame zijn we terug bij de pop en mag er achterover geleund worden in een zorgeloos coupletthema. Layers is dan weer veel te veel een gelikte dagdroom, wat mij betreft. Het refrein doet me wel een beetje denken aan Lonely Robot.
Zo ruikt de opening van Devolution een beetje naar *Frost, inclusief dat wat mijn vriendin boybandzang noemt. Another Way heeft een dun, vuig moerasriffje waarop de band even blijft voortborduren; het wordt ook wel ‘vampen’ genoemd. Wat spannend dreigde te worden mag dan toch verzanden in poppy, meerstemmige mooidoenerij. Zo kabbelt de plaat nog even voort zonder ooit een verkeerde noot aan te slaan en ook op de gitaarsolo’s wordt niet bezuinigd.
Ben je er eindelijk eens klaar mee, komt de Jane Getter Premonition ineens met Waiting for the Light, een liedje dat wél helemaal raak is. Dat de band hier iets in handen heeft is niet onopgemerkt gebleven in de studio en zo mogen we ook luisteren naar (waarschijnlijk digitale) strijkerspartijen die de muziek meteen de broodnodige natuurlijke textuur en warmte geven. Het is zo’n liedje dat niet meer mis kan gaan; dan is ook de gitaarsolo een moment van toegevoegde waarde (ik dacht trouwens even aan Kayak) en kan een terugkomend refrein in kleinere setting gewoon werken.
Zo eindigt de band met de oplossing voor het probleem dat deze cd, “Division World”, zelf veroorzaakt. Er is een gebrek aan momenten die pakken. Of even flink de boel opschudden, zoals bij het instrumentale Compass. Er bestaat niet zoiets als een suffe dagdroom die uitkomt. Misschien kan Cherry Red Records de groep eens vragen om louter uitschieters te schrijven, om vervolgens de groep van sterke koffie te voorzien en in een studio op te laten nemen waar een assortiment wilde dieren wordt losgelaten. Het zit er gewoon in hoor!