Met meer dan 80 miljoen verkochte geluidsdragers en mega live optredens voor miljoenen behoeft de inmiddels 70-jarige Jean Michel Jarre geen nadere introductie. Iedere muziekliefhebber kent hem wel ergens van of heeft wel een of meerdere voorkeuren voor een van zijn muzikale vondsten.
Naast het Wagneriaans aandoende “Rendez-Vouz” behoort “Equinoxe” uit 1978 tot mijn grote favorieten. En zie daar, na exact veertig jaar komt hij met een vervolg hiervan op de proppen. Dit kunstje had hij tweemaal eerder geflikt met “Oxygene” en hij is niet de enige, er zijn meer artiesten die hun grote successen uit hun beginjaren nog een keer willen uitventen met een vervolg dat refereert naar een succesvolle albumtitel. De vraag rijst dan ook of de muziek op dit album daadwerkelijk kwalitatief een positief vervolg is zeker als je erachter komt dat hij zijn inspiratie haalde uit het albumontwerp en het project pas startte met het ontwerp van de nieuwe albumhoes en er nog geen noot gespeeld werd!
De kracht van het eerste “Equinoxe” album lag hem in het feit dat de muziek in drie delen als een soort suite opgedeeld zijn. De eerste drie nummers kenden daarin een langzame opbouw en waren de opmaat naar vier in elkaar lopende up-tempo nummers die iedereen wel kent. Elke techno liefhebber heeft wel een sample hiervan getrokken of is schatplichtig aan de baslijnen of ritmiek. Het slotnummer, met als outro een reflectie op het bekende Equinoxe thema uit part 5, rondde het geheel mooi af al ging daar eerst wel een lullig accordeon-/draaiorgelstukje aan vooraf. De enige misser op dit verder perfecte album.
Helaas zijn er op het vervolg van “Equinoxe Infinity” geen vloeiende overgangen en mist het een suite opbouw zodat de instrumentale muziekvertelling weinig logisch in elkaar steekt. Elk nummer staat daardoor op zichzelf en dat zie ik als een gemiste kans. Maar zie daar de oplossing; er is een mogelijkheid een versie te kopen waar een Continous Mix is aan toegevoegd. Hierin vloeien alle Movement stukken wel organisch in elkaar over. Vraag niet hoe dit verschil in ervaring te verklaren is maar het kan dus wel! Terug zijn wel de bekende synthesizergeluiden van het “Equinoxe” album die uit zijn magische vingers kwamen. Dat voelt gelijk vertrouwd. De basloopjes, de up-tempo ritme sequencers, de bliepjes, de cineastische soundscapes. En dat allemaal binnen de LP duur van veertig minuten. Maar ook de synth geluiden aan ontploffend vuurwerk en afgekapte hoge stemmetjes zoals in Movement 5 en 6 die op andere albums ten gehore kwamen ontbreken niet. Met de huidige opnametechnieken klinkt het geheel dynamisch gezien nu veel voller en zijn alle details toch nog perfect te horen.
Gestart in de voetstappen van zijn vader, als componist voor filmmuziek kun je een herkenbaar themaatje wel aan deze Fransoos overlaten. Dit komt op dit album in een paar nummers naar voren. Zeker in de eerste drie Movement stukken zitten thema’s die zijn geïnspireerd dan wel een variatie op “Equinox” melodieën. Welke grote instrumentale prog artiest uit de jaren ‘70 paste dit trucje ook weer eens toe? Toch moet me van het hart dat mij niet alles pakt. in Movement 6 zijn de melodielijnen letterlijk kinderlijk eenvoudig en komen de variaties op de originele Equinox part 6 en 7 baslijnen in Movement 7 geforceerd over. Infinity (Movement 6) had van mij gerust Infantile mogen heten, want dit past meer bij een simpel meedansnummertje van Kabouter Plop.
Het overgangsnummer Movement 8 met, gezien de positionering op het album, als onlogische werktitel The Opening is dan wel weer top. Hier liggen de muzikale antecedenten van generatiegenoten Tangerine Dream met het onvolprezen “Rubycon” wel heel kort in de buurt ook al heeft Jean Michel Jarre op zich geen referentiekader nodig, want dat is hij zelf al. Met het titel- en slotnummer Movement 10 komen de Equinoxe Infinity thema’s op introspectieve wijze terug en neemt een zelfreflecterende Jarre ruim de tijd om dit nummer langzaam weg te laten ebben waarmee de Equinoxe cirkel weer rond is.
Hoe baanbrekend “Equinoxe” eind jaren ‘70 dan ook was en deze opvolger er niet aan kan tippen, laat Jarre al met al met dit album zien dat hij en zijn synthesizermuziek anno 2018 nog steeds volop bestaansrecht heeft. Zelf zie ik uit naar 2026 want in dat jaar bestaat “Rendez-Vouz” veertig jaar. Een mooi jaar om de eerste Marslanding door aardbewoners mee muzikaal welkom in te luiden. Daar moet onze Franse toetsentovenaar toch een nieuw en mooi bombastisch geheel van kunnen maken. Hoop dat het dan wel beter afloopt met deze ruimtemissie dan waar het “Rendez-Vouz” uit 1986 voor was opgedragen.
Jos Driessen