Cutillo, Jerry O.A.K.

Giordano Bruno

Info
Uitgekomen in: 2018
Land van herkomst:  Italië
Label: Self Distribuzione
Website:  www.oakgiordanobruno.eu
Luisteren kan je hier: http://www.oaksound.com/it/
Tracklist
Campo dè Fiori (5:23)
Viator Temporis (4:44)
Liber In Tiberi (5:50)
Angeli Senza Ali (2:16)
Circe (7:19)
Diana/Morgana  (5:40)
La Cena Delle beffe (5:46)
Dreams Of Mandragora (4:39)
Danse Macabre (3:20)
The Globe (4:44)
Wittenberger Fuchstanz (7:59)
Un Valzer Per Il Mocenigo (5:32)
Sandali Rossi (8:23)
Campo dè Fiori Reprise  (3:40)
Shantiu Colucci: drums
Jerry Cotillo: fluit, toetsen en zang
David Jackson: saxofoon
Guglielmo Mariotti: gitaar
Francesco de Renzi: toetsen

Medewerkende artiesten:
Maartin Allcock  (basgitaar)
Sonja Kristina (zang)
Richard Sinclair (zang)
Giordano Bruno (2018)
Viandance (2016)
Shaman Feet (2010)
The amazing world of prog (2010/2011)
Filosofi senza libri (2005)
Parallel dances (2000)
Heresis stagiatiom (1995)

Wie Jerry Cutillo kent mag zijn vinger opsteken. Als je deze vraag stelt in een zaaltje met honderd progliefhebbers zullen er weinig vingers de lucht in gaan, schat ik zo in. En dat is niet terecht wat mij betreft, zijn nieuwste cd “Gioardano Bruno” zojuist beluisterd hebbend.

Cutillo is de grote man achter O.A.K. (niet te verwarren met het Noorse OAK), dat staat voor Oscillazioni Alchemico Kreative, en is zeker geen beginner. Zijn eerste schijf dateert uit 1995! Kennelijk is zijn muziek al die tijd (hij bracht tussendoor nog vijf cd’s uit) behoorlijk onder de radar gebleven.

In deze prog-rockopera vertelt Cutillo het levensverhaal van Giordano Bruno, die in 1548 geboren werd in het koninkrijk van Napels. Als priester, filosoof en kosmoloog ontwikkelde hij zich als een vrijdenker, die nog voor Galilei beweerde dat de aarde om de zon draaide, wat hem in die tijd uiteraard niet in dank werd afgenomen. Hij reisde door Europa en ontmoette beroemdheden als Henri III van Frankrijk en Shakespeare. Terug in Italië wachtte hem het onvermijdelijke noodlot: tegen de paus kon hij niet op en als verklaard ketter eindigde hij op de brandstapel. De fraaie vormgeving van het cd-doosje (artwork van Ed Unitsky) en de informatieve website verdienen een pluim.

Direct vanaf het begin maakt zijn Cutillo zijn bedoelingen duidelijk: hij wil indrukwekkende muziek maken. Bij het eerste instrumentale stuk trekt hij de registers vol open, met een klassiek symfonische benadering, compleet met bakken toetsen, Mellotrons, dwarsfluit en glockenspiel.

Even later etaleert deze Italiaanse instrumentalist zijn voorliefde voor de Hammond en begint hij ook te zingen, als ik het niet mis heb in het Latijn! De afwisseling die de muziek op “Giordano Bruno” kenmerkt komt ook terug in de zang. Een sterke vervorming van zijn stem, geen probleem, evenmin als zingen in zijn moerstaal Italiaans, maar ook in het Engels en het Duits, daarmee ook de reis van Bruno volgend. Gevoelig zijn stembanden laten trillen kan hij ook, als hij een stukje Jethro Tull (een van zijn grote helden) tot leven lijkt te willen wekken. Dan zijn inmiddels al wat lichte jazzklanken langs gekomen via de saxofoon van David Jackson (VDGG). Atmosferische doorkijkjes met akoestisch gitaarspel en veel fluiten laten Jerry weer van zijn zachte kant zien, al doet Jackson zijn best om de boel even snel weer bijna te laten ontploffen.

Sonja Kristana (Curved Air) verzorgt een gastoptreden en met haar glasheldere hoge stem roept ze herinneringen op aan “A Great Gig In The Sky” van Pink Floyd in een atmosferisch muzikaal landschap, dat met licht jazzy pianospel en de sax van Jackson eindigt. Erg mooi dus! Cutillo schaamt zich er niet voor een toetsennummertje te laten horen in een soort danszaalstijl. Zoals hij dit doet klinkt het overigens in het geheel niet slecht en het past natuurlijk helemaal bij het verhaal.

De warme stem van Richard Sinclair (Caravan) past weer uitstekend in een zeer melancholisch nummer met hartverwarmend piano- en fluitspel, dat zo kan uitgroeien tot een van de hoogtepunten van de cd. Apart is zijn bewerking van Dance Macabre van Camille Sant Saëns. Cutillo laat hierin nog maar eens horen dat hij een meester is op de dwarsfluit en dat hij zeker inspiratie heeft opgedaan bij Ian Anderson. Gekke stemmetjes en een dekentje Mellotrons zorgen voor een bijzondere uitvoering van deze klassieker. De duidelijke link met de muziek van Tull geeft aan dat O.A.K.’s muziek ook doorspekt is van folk elementen. Openingsnummer Campo dè Fiori krijgt tot slot nog een passende reprise en daarmee is het (levens)verhaal van de arme, miskende Bruno ten einde. Gelukkig hebben we de muziek nog.

Afwisseling staat centraal op “Giardano Bruno”. Laat Cutillo het ene moment de akoestische gitaar de boventoon voeren, al dan niet in atmosferische of pastorale passages (denk ook aan Genesis), even later kan een batterij aan toetsen het nodige bombast opleveren en weer het leeuwendeel van het geluid vormen, of vormt de saxofoon een opmaat voor een jazzy inslag. De warme klanken van de dwarsfluit vormen een rode draad door de cd.  Klassieke en Italo-prog smeedt hij zorgvuldig met moderne elementen tot een uitgebalanceerd geheel. Met enkele goed gekozen gastmuzikanten geeft hij nog extra kleur aan het boeiende muzikale verhaal dat hij smaakvol en kwalitatief hoogstaand voor het voetlicht weet te brengen. Zonder meer een aanrader.

Fred Nieuwesteeg

Send this to a friend