Beroepshalve en als liefhebber van culinair genoegen worden mijn zintuigen in het bijzonder geprikkeld wanneer ik in aanraking kom met de steur. De steur (vooral de exemplaren voortkomend in de Kaspische zee), is namelijk verantwoordelijk voor de productie van één van de kostbaarste goederen van deze tijd, kaviaar. Hoewel de smaak ietwat wordt overschat, is het toch altijd een sensatie voor een kok om een klein blikje van dit zwarte goud in handen te hebben. Een hoeveelheid van bijvoorbeeld 30 gram Beluga kaviaar gaat tegenwoordig met alle gemak voor 150 euro over de balie. Als ik erachter kom dat deze Tsjechische band zijn naam heeft verleend aan deze vis, is de fascinatie voor het ‘hoe en waarom’ dan ook snel gevormd. Ik bedoel maar; als een Nederlandse band zichzelf Steur noemt zal dat toch menig wenkbrauw doen fronzen. Wellicht wensen de bandleden dat de band een lange levensverwachting heeft, want Steuren leven over het algemeen lang, soms zelfs langer dan honderd jaar. Mits ze niet gevangen worden voor culinaire doeleinden.
In mijn speurtocht kom ik er niet echt achter waarom de band zich naar deze vis heeft vernoemd, maar gelukkig hebben de vijf heren wel een site met een Engelstalige versie. Dat had ook anders kunnen zijn, want er wordt tenslotte ook het Tsjechisch gezongen op dit album. Prettig was dan geweest als er een verklaring voor de naam werd gegeven, maar helaas. Hoe dan ook; Tsjechisch gezang. Niet makkelijk, maar na een aantal draaibeurten accepteer je het, hoewel je liever wilt weten wat de onderwerpen in de teksten zijn. De muziek van Jeseter is gebaseerd op de jaren zeventig prog en kent dan vooral ook overeenkomsten met de ‘Italo prog’ uit diezelfde jaren. Het is divers, een beetje zweverig en stevig gestoeld op de gitaar, piano en toetsen in het algemeen. Gitarist Jan Gajdica gebruikt diverse soorten gitaar, van de elektrische tot flamingo en Spaanse gitaar en als ik het goed analyseer zelfs een banjo. Maar ook bassist Simi levert mooie ritmeondersteuningen af. De symfonische basis doet zo nu en dan ook heel sterk denken aan ons vaderlandse Focus. Rituál tance, een hoofdstuk in het twintig minuten durende Proměna, geeft die indruk heel sterk, mede door het gebruik van een dwarsfluit.
In Homunkulus weet toetsenist David Tobiasz zijn instrument wel op een heel bijzondere wijze te bespelen, het is alsof een krolse kat onderaan je raam staat te sproeien. Zelfs mijn hond word onrustig van het gejank als ik de cd tijdens het schrijven van deze recensie nog even opzet. Nu leest deze opmerking waarschijnlijk wat neerbuigend weg, maar zo is het absoluut niet bedoeld. De sound is desondanks boeiend, niet vals, maar in de meest positieve zin van het woord heel bijzonder en geeft het nummer een wat vreemde sensatie mee. Er is dus geen reden om dat keyboard te steriliseren. Verder is de track opmerkelijk door een enorme klaagzang van zanger David Tobiasz aan het einde van de track, waarmee het album ook gelijk eindigt.
Hoewel dit album geen overdreven hoogvlieger is en de Tsjechen wat mij betreft een kleine handicap hebben met de taal, is dit absoluut geen product geworden waar ze zich voor hoeven te schamen. Tenslotte zijn de klassieke Italiaanse bands ook heel ver gekomen met hun Italiaans gezongen symfo, dus er bestaat zo maar een kans dat we meer gaan horen van Jeseter. Muzikaal gezien zou deze Steur wel eens een lange levensduur kunnen genieten, want muzikaal-technisch is het prima voor elkaar. We wachten af.
Ruard Veltmaat