Jethro Tull

A

Info
Uitgekomen in 1980
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Chrysalis
Website: http://jethrotull.com/
Tracklist
Crossfire (3:55)
Fylingdale Flyer(4:36)
Working John, Working Joe (5:06)
Black Sunday (6:39)
Protect And Survive (3:37)
Batteries Not Included (3:53)
Uniform (3:34)
4.W.D. (Low Ratio) (3:43)
The Pine Marten's Jig (3:28)
And Further On (4:21)
Ian Anderson: zang, fluit, gitaar
Martin Barre: gitaar
Mark Craney: drums
Eddie Jobson: toetsen, viool
Dave Pegg: basgitaar, mandoline
The Best Of Acoustic (2007)
The Jethro Tull Christmas Album (2003)
J-Tull.com (1999)
Roots To Branches (1995)
Nightcap (1993)
A Little Light Music (1992)
Catfish Rising (1991)
Rock Island (1989)
20 Years Of Jethro Tull (1988)
Crest Of A Knive (1987)
Under Wraps (1984)
Broadsword And The Beast (1982)
A (1980)
Stormwatch (1979)
Bursting Out - Live (1978)
Heavy Horses (1978)
Songs From The Wood (1977)
Too Old To Rock & Roll: To Young To Die! (1976)
Minstrel In The Gallery (1975)
Warchild (1974)
A Passion Play (1973)
Living In The Past (1972)
Thick As A Brick (1972)
Aqualung (1971)
Benefit (1970)
Stand Up (1969)
This Was (1968)

Na de tournee voor het album “Stormwatch” in 1979 viel Jethro Tull zo’n beetje uit elkaar. Bassist Glascock overleed aan hartproblemen, waarna drummer Barlow ook de pijp aan Maarten gaf. Toen Anderson vervolgens aangaf aan een soloplaat te willen gaan werken, hielden Palmer en Evan de eer aan zichzelf – ze begonnen de gedoemde band Tallis – en bleef alleen Barre nog over, samen met Dave Pegg (bekend van Fairport Convention en albums met o.a. Nick Drake en John Martyn), die tijdens de “Stormwatch” tour al was ingevallen voor de doodzieke Glascock.

Met die mannen ging Anderson aan het werk voor zijn eerste album onder zijn eigen naam. Hij had tijdens die tournee goed gelet op de toetsenist van zijn voorprogramma UK en dus was Eddie Jobson al snel ingelijfd voor dit project, samen met diens vriend Mark Craney. Ook Craney heeft een indrukwekkende staat van dienst; zo speelde hij voor Gino Vannelli op “Brother To Brother” en voor Jean-Luc Ponty op “Imaginary Voyage”.

Ondanks die grote namen is het vooral Jobson, die met zijn arsenaal op dat moment moderne synthesizers en keyboards het geluid van de plaat kleurt. Wie Jobson’s soloplaat “Zinc – The Green Album” kent, kent zijn voorliefde voor snerpende, wat killere klankkleuren. Het gaf “A” een zeer distinctief geluid, waarmee Anderson zich nadrukkelijk afkeerde van de wat folky albums aan het einde van de jaren ’70. Met een beetje goede wil kun je de plaat zien als de opvolger van UK’s “Danger Money”.

Toch doet de classificatie ‘electronisch’, zoals die op bijvoorbeeld Wikipedia wordt gehanteerd, geen recht aan de progressieve trekjes op dit album. “A” is een muzikaal hoogstandje met waanzinnige maatsoorten; vooral de manier waarop Anderson zijn zang tegen de muziek in ‘gooit’ is vooruitstrevend en in 1980, het moment waarop iedereen met een dunne stropdas om vierkwartsliedjes stond te schreeuwen, bijna provocerend. Luister maar eens naar het moment waarop hij in Black Sunday begint te zingen. Dat is bijna hogere wiskunde.

Er staan dan ook een paar ontzettend goeie liedjes op “A”. Opener Crossfire is sterk, maar Fyingdale Flyer is nog veel beter, Black Sunday is adembenemend en zo zijn er nog wel een paar. Er staan ook best wat mindere stukken op; Protect And Survive ontspoort halverwege, het instrumentale The Pine Marten’s Jig is alleen leuk om de sterke solo’s van Jobson en Working John, Working Joe is een beetje te normaal. Maar over het algemeen zijn de composities beter dan die van “Stormwatch” ervoor en “The Broadsword And The Beast” erna. Ook de arrangementen zijn erg fraai, sommige doen oosters aan. In Uniform spelen een fretloze bas, viool en dwarsfluit de belangrijkste rollen. Erg fraai en smaakvol tussen al die kunstmatige klanken van Eddie Jobson. Jammer dat Jobson slechts als ‘special guest’ aan de bezetting was toegevoegd en na die ene plaat en die ene tour weer zijn eigen weg ging. Afsluiter And Further On, die begint met zang en piano, is één van de allermooiste stukken die Anderson ooit opnam. Daar had best een vervolg op mogen komen.

Toen Anderson het album af had en aan zijn platenlabel liet horen, vond Chrysalis dat het eigenlijk gewoon een Jethro Tull album was. Daar zaten ook minder artistieke motieven achter: Het ging niet zo heel goed met het bedrijf, dus een nieuwe plaat van Tull zou meer geld in het laatje brengen dan een plaat van Ian Anderson. Ik vind er echter ook muzikaal van alles voor te zeggen. Je kunt natuurlijk tegenwerpen dat Anderson Jethro Tull ís, maar zelfs met al die nieuwe muzikanten had hij weinig moeite gedaan om van de beproefde formule af te wijken, alleen de instrumenten zijn moderner en de liedjes zijn beter.

Wie na dit jubelende betoog onmiddellijk doorklikt naar de winkel doet er verstandig aan op zoek te gaan naar de versie uit 2004. “A” is verkrijgbaar is combinatie met “A Little Light Music” maar ook met de DVD “Slipstream”, een combinatie van een live registratie uit 1980 en videoclipjes, die tot dan toe alleen verkrijgbaar was als VHS videoband en bootleg. Dat is de versie die ik zou aanbevelen, al was het maar voor de idiote overalls van parachutezijde die de band aanheeft.

Erik Groeneweg

Koop bij bol.com

Send this to a friend