In het complete oeuvre van Tull neemt “Heavy Horses” geen bijzondere plaats in, maar persoonlijk vind ik het de mooiste plaat die ze ooit gemaakt hebben. Smaken verschillen, natuurlijk, maar de combinatie van folk en prog en – vooral – briljante, tijdloze liedjes maakt het voor mij een meesterwerk.
Thematisch gezien is “Heavy Horses” één van de drie ‘folk-rock’ platen, samen met “Songs From The Wood” (1977) en “Stormwatch” (1979). Wie de teksten leest, zal dat onmiddellijk beamen. De lofzang op boerenpaarden, in combinatie met de hoes, schreeuwt klei, pennywhistles en sterk bier. Toch zijn de teksten minder lyrisch over het boerenleven. Heavy Horses bijvoorbeeld gaat juist over het feit dat die edele dieren hebben moeten plaatsmaken voor tractoren, zoals overal het landleven verdwijnt onder het juk van de vooruitgang.
Ook in muzikaal opzicht is “Heavy Horses” een wat hoekiger, steviger album dan “Songs From The Wood”. Het feit dat onder veel nummers uitvoerige strijkersarrangementen van Palmer zitten maskeert dat een beetje, maar de plaat is in meerdere opzichten behoorlijk “Heavy”. Ik moet zeggen dat de energie waarmee Anderson het materiaal te lijf gaat, daar behoorlijk aan meehelpt. Ik vind hem op de paar platen daarvoor een beetje lusteloos, maar hier zingt hij alsof zijn leven er vanaf hangt. Dat ligt misschien voor een deel aan de opnieuw gemasterde uitvoering uit 2003, die ik in mijn speler laat rondtollen. Die klinkt, zoals de band graag beaamt, veel beter dan alle voorgaande uitgaven. Dat is hier extra belangrijk, omdat je graag wil horen wat al die verschillende instrumenten doen.
Dat vind ik een grote kracht van Anderson: hij slaagt er altijd in iedereen een volstrekt eigen partijtje te laten spelen en houdt al die mandolines, violen, fluiten, orgels en akoestische gitaren dan maar eens uit elkaar. (Niet voor niets heb ik wel eens een recensent een vergelijking met de barok zien maken. Dat is een beetje overdreven, maar toch…) Op deze versie, die ook nog eens behept is met twee bonusnummers, lukt het. Je kunt de 2003 uitgave trouwens voor een habbekrats ook kopen in een uitvoering met “Songs From The Wood” in hetzelfde doosje. Win-win! Bedenk alleen dat de strijkerspartijen van Rover tijdens de remastering zo beschadigd bleken te zijn dat ze niet meer bruikbaar waren. Oudere uitgaven klinken minder, maar ze hebben wel die complete versie van Rover.
Zoals gezegd puilt de plaat uit van de prachtige nummers, met als hoogtepunten het titelnummer en de opener …And The Mouse Police Never Sleeps. Vooral dit nummer weerspreekt alle vermoedens dat meer folk minder prog zou betekenen. Een waanzinnig ingewikkeld nummer, gezongen als een bezetene. Ook No Lullaby, het enige andere nummer dat boven de 5 minuten uitkomt, is een juweel, een stevig stuk dat Anderson al had uitgeprobeerd op de live plaat “Bursting Out”. Zelfs de twee bonustracks zijn erg sterk, al kennen we Broadford Bazaar natuurlijk al van de “Nightcap” compilatie.
Vraag mensen naar Jethro Tull en iedereen begint over “Aqualong” en “Thick As A Brick”. Voor mij is “Heavy Horses” echter op zijn minst zo goed. Een klein meesterwerk dat bovendien veel beter overeind blijft ruim 35 jaar later.
Erik Groeneweg