Dat er in 2012 na 40 jaar een vervolg zou komen op “Thick As A Brick” had niemand voor mogelijk gehouden, Jethro Tull-leider Ian Anderson nog het minste van allen. Toch blijkt het geen 1 aprilgrap, en – dat is nog de grootste verrassing – het is nog een uitstekende plaat ook.
De plaat is feitelijk Ian Anderson’s vijfde soloplaat, maar dat schrijven klinkt al belachelijk. Niet voor niets wordt deze cd aan de man gebracht als ‘Jethro Tull’s Ian Anderson’, maar de vraag is dan natuurlijk: wat is Jethro Tull anders dan dan Ian Anderson?De afwezigheid van zowel Martin Barre als Doane Perry speelt hierbij wellicht mee. Hoe het ook zij, het materiaal van deze opvolger staat dichter bij “Dot Com” (1999), “The Secret Language Of Birds” (2000) en “Rupi’s Dance”, dan welke jaren ’70-plaat van Jethro Tull ook, “Thick As A Brick” (1972) incluis.
Behalve de groepsnaam is ook de titel verwarrend. De inlay en de zijkant vertellen compact “TAAB2”, wat we dan ook maar hebben aangehouden voor deze recensie, maar met evenveel redenen kan je plaat “TAAB2″ “Thick As A Brick 2” – Whatever Happened To Gerald Bostock?” noemen.
Het thema van “TAAB2” is evenwel duidelijk: wat is er sinds dat het fictionele karakter Gerald Bostock (leeftijd: 9 a 10) gebeurd de afgelopen veertig jaar en hoe heeft hij zich ontwikkeld? Ian Anderson verkent gedurende de hele plaat verschillende mogelijkheden. Het gesproken Might-Have-Beens is tekstueel daarbij belangrijk. Was Gerald een bankier? Gerald als militair? Was hij een dakloze? Een geestelijke? Een doodgewone man? Aangekomen in het tweede deel, vanaf het overigens briljante A Change Of Horses, wordt de balans opgemaakt. Maakt het uit wat Gerald heeft bereikt of gedaan? Komt het – zo lijkt Ian’s conclusie te zijn – niet allemaal op hetzelfde neer?
Het blijkt dat Ian Anderson uitstekend heeft nagedacht over het concept en de uitwerking is dan ook, als je de tijd neemt je erin te verdiepen, voorbeeldig. Toch is daarmee ook gelijk één belangrijk verschil met het oorspronkelijke “Thick As A Brick”. Op dat meesterwerk deed Jethro Tull net alsof de tienjarige Bostock een briljant gedicht had gemaakt dat ze op muziek hadden gezet, en dat gedicht ging over… ja, waarover eigenlijk? In elk geval niet over Gerald Bostock.
Zoals opgemerkt grijpt Ian Anderson muzikaal voornamelijk terug naar de laatste officiële Tull-cd (de kerstplaat even buiten beschouwing gelaten) en zijn twee soloschijfjes daarna. Dat pakt verrassend goed uit, tot soms ronduit briljant. Soms krijg ik bij het beluisteren een vervelend Hot Manga Flush-gevoel, zoals in Pebbles Instrumental, maar op sommige momenten evenaart en overtreft “TAAB2” zelfs de beste momenten van “Rupi’s Dance”. Dat is zonder meer beter dan zelfs de meest kritische fan had durven hopen.
Verder kent “TAAB2” een aantal gesproken woordgedeelten die wellicht voor wat ergernis kunnen zorgen, maar tekstueel juist wel belangrijk zijn voor het algehele concept. Toch maakt het ook dat deze opvolger wat moeizaam opstart, en de aandacht af en toe verflauwt. Maar als de band eenmaal op gang is, zijn er toch enkele belangrijke hoogtepunten aan te wijzen, zoals het voortreffelijke Banker Bets, Banker Wins, maar ook het “Thick As A Brick” citerende Old School Song is op-en-top Tull. Wootton Bassett Town doet denken aan “Roots To Branches” en het lange A Change Of Horses verwijst naar “Heavy Horses”. Ian Anderson citeert trouwens naar hartenlust uit zijn oeuvre; ook “A Passion Play” en “Aqualung” komen voorbij, wat bij trouwe fans regelmatig een glimlach tevoorschijn zal toveren.
Hoewel er online veel kritiek was op de afwezigheid van Martin Barre wordt zijn aanwezigheid eigenlijk niet gemist. Florian Opahie blijkt een uitstekende kloon van dit icoon, maar “TAAB2” is toch vooral een ‘Ian-Anderson-show’: zijn zang, zijn akoestische gitaar en vooral zijn fluitspel zijn alom vertegenwoordigd. De show wordt op de in de speciale editie toegevoegde dvd tevens voorzien van een voorlees-sessie van Anderson zelf, tamelijk nutteloos. Belangrijker is dat de dvd tevens is voorzien van een 5.1 Surround versie, waar Porcupine Tree’s Steven Wilson verantwoordelijk voor is. Deze klinkt, zoals van hem gebruikelijk, als een klok.
Er had zoveel mis kunnen gaan met de opvolger van “Thick As A Brick” dat het zonder meer een verrassing genoemd mag worden dat “TAAB2” al met al erg sterk is. Het is zonder meer het beste dat Ian Anderson heeft geproduceerd in de laatste 15 jaar en doet zelfs stiekem uitzien naar het tweede deel van “A Passion Play” volgend jaar. Hoewel dat wel een late 1 aprilgrap is.
Markwin Meeuws