Gilmour, Jim

Great Escape

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Canada
Label: Progrock Records
Website: www.jimgilmour.net
Tracklist
No Sign (7:19)
Algonquin (5:30)
Lost Along The Way (5:12)
Killarney Sunrise (4:42)
The Northwind (4:01)
Radiant Lake (4:41)
Carden Isle (3:44)
Wasteland (2:59)
Canoe Do It? (5:27)
Last Portage (13:28)
Jim Gilmour: toetsen, zang

Met medewerking van:

Roger Banks: drums
John Bianchini: gitaar
Christian Simpson: drums
Corrina Tofani: achtergrondzang
Great Escape (2006)
Instrumental Encounters (1997)

‘Goh’, zei Shawn Gordon ooit tegen Jim, ‘wat zou het leuk zijn als je eens een onvervalste symfoplaat zou maken?’ De toetsenist van Saga heeft vast zijn vriendelijke wenkbrauwen moeten fronzen. Immers, wat dacht de platenbaas van Progrock Records dan dat hij al die 25 jaar bij Saga had gedaan? Prog-Related muziek maken? Nee toch?
Aan de andere kant, het idee om een flinke, vette, uit de bochten gevlogen toetsenplaat te maken sprak Gilmour toch wel aan. Krijgen we daardoor een onvervalste 24-karaats symfonische plaat vol retro-invloeden en gevuld met Mellotron en Mini-Mooggeluiden? Mispoes. Dat krijgen we juist niet! Heerlijk, zo’n stout jongetje in de klas.

Wat we wel krijgen is een soort Saga on speed, de tamelijk poppy sound die we ook van de Canadese band zelf kennen, maar dan met honderd keer meer toetsensolo’s en ook een flinke vermenigvuldiging van het aantal rare maatsoorten en tempowisselingen. Maar nog steeds zeer herkenbaar Saga. Gelukkig maar. Toetsenisten van symfonische rockgroepen overhalen nu eens een ‘lekkere symfo-plaat’ te maken, levert naar mijn mening slechts problemen op. Het is de kracht, maar ook de ervaring van Jim Gilmour dat hij het recept heeft willen ombuigen. En blijkens het geschreven materiaal moet de goede man hoogstwaarschijnlijk eerst eens gekeken hebben welke melodieën, thema’s of zelfs liedjes geschikt genoeg zouden zijn voor zo’n ‘over-the-top’-plaat. Vandaar de prettige constatering dat “Great Escape” een geweldige solo-plaat van deze gevierde toetsenist is, niet omdat ie zo ‘symfonisch’ is, maar ondanks dat.

Vijf tracks zijn instrumentaal en vijf worden door hemzelf gezongen. Nu moet je weten dat ik naast een grote symfonische rockfan ook een geweldige Saga-liefhebber ben. Alhoewel daarvan zanger Michael Sadler natuurlijk op eenzame hoogte staat, heb ik het enkele nummertje dat Jim Gilmour zong of meezong altijd erg gewaardeerd. Het gaf aan de Saga-sound een welkom extra element en wie kent niet ‘zijn’ klassieker Scratching The Surface? Dus de vijf gezongen composities zijn zonder uitzondering – naar mijn gekleurde mening – bijzonder hoogstaand. Uit deze vijf nummers blijkt tekstueel heel sterk dat Gilmour zich heeft laten inspireren door de wilde Canadese natuur. Geboren in Schotland, blijkt deze sympathieke toetsenman zijn vaderland meer dan gevonden te hebben. Jim Gilmour verklaart de liefde aan de woestheid van de Canadese natuur, waar hij al sinds zijn kinderjaren regelmatig kampeerde, met name tekstueel in composities als The Northwind, Wasteland en vooral in het overigens stiekem niet zo lange Last Portage. Maar ook voor de instrumentale tracks laten titels als Killarney Sunrise, Carden Isle en Radiant Lake weinig tot de verbeelding over. Of juist wel, want ik heb geen idee hoe de bossen van Toronto en omgeving eruit zien. Vast verkwikkend, want laat dat nou het voornaamste kenmerk zijn van “Great Escape”.

Deze verkwikkende Canadese trektocht laat naar mijn mening een Gilmour zien die het wel eens geinig vond die symfonische papzakken een poepie te laten ruiken. Ik wil niet zover gaan Gilmour te betichten van Todd Rundgren (Utopia, iemand?)- achtige praktijken, maar van mij had hij zich niet zo hoeven aanstellen. Ik vind zijn stem zo ook al mooi, ik vind zijn elektrisch pianospel juist op zijn mooist als dit subtiel wordt aangebracht, ik hoor en waardeer de compositorische bijdrage van Gilmour binnen de sound van Saga wel degelijk.

Maar zoals gezegd: van bewijsdrang is bij Jim Gilmour geen sprake. Immers, als hij een echte pure 24-karaats-symfo-plaat (jakkes, hè?) had willen maken, dat had hij het vrolijke deuntje van Radiant Lake niet voorzien van een dansritme. Dan had hij het werkelijk prachtige Lost Along The Way wellicht beter bewaard voor Saga. En de geluiden die hij haalt uit zijn Korg-toetsenpaneel, zoals halverwege in Canoe Do It? klinken wel wat anders dan de gemiddelde Mini-Moogsolo’s en Mellotrontapijten die je eerder op zo’n poging zou verwachten.

Voor alle duidelijkheid: ik heb daar niks tegen, anders zou ik wellicht een andere ‘wereld’ moeten zoeken om mijn gedachten over goede muziek te uiten. Nochtans kan ik bij Jim Gilmour stellen dat “Great Escape”, met welke (bij)bedoelingen ook gemaakt, een heerlijk plaatje is. Dat de instrumentatie in dienst staat van de composities, zoals het goede muziek betaamt, is een welkom voordeel.

Markwin Meeuws

Send this to a friend