Ik ben een fan van Jordan Rudess, omdat hij – als een van de weinigen in zijn veld van “jazzrock meets shred-metal” – nooit de melodie, de compositie en het arrangement vergeet. Wie hem vergelijkt met bijvoorbeeld Derek Sherinian is snel klaar: bij Jordan gaat het om meer dan snelheid, lawaai en virtuositeit. Met zijn nieuwste plaat “The Road Home” heb ik echter wat moeite.
“The Road Home” is de zoveelste exponent van een trend die zorgelijke vormen aan begint te nemen: een plaat vol covers, eerbetonen aan de invloeden uit de pophistorie. Rudess gaat wel een stapje verder: hij speelt niet alleen na, hij voegt ook muziek toe. Zijn Dance On A Volcano duurt bijna drie minuten langer terwijl het tempo toch aanzienlijk hoger ligt. Is dat heiligschennis? Ach, dat zal me aan mijn kont oxideren, als het eindresultaat maar mooi – of nog liever: mooier – is. Een korte rondleiding?
Dance On A Volcano (Genesis): testosteronversie, gezongen door een wat amechtige Neal Morse. Rudess speelt voor Turbo-Tony Banks met veel lekker toetsenwerk en een wat saaie solo van gitarist Sfogli. Wel knap gedaan, maar een beetje hyper.
Sound Chaser (Yes): Op zich een verrassende keuze, dit nummer van “Relayer”, toch een wat verwaarloosd album. Rudess maakt het nog een graatje sneller, maar zeker de eerste paar maten zijn niet van het origineel te onderscheiden. De zang, een samenzang van Nick D’Virgilio en Kip Winger, klinkt erg goed. Het razende tempo kakt na een paar minuten helemaal in door de sologitaar van Ed Wynne (Ozric Tentacles). Hier is het nummer niet meer te herkennen. Je kunt natuurlijk het wat achterhaalde en krakkemikkige gitaargeluid van Steve Howe vervangen door state of the art gitaargeweld anno 2007, maar wat heeft dat nog met deze muziek te maken? Sound Chaser is altijd al een raar nummer geweest met malle tempowisselingen en andere rare fratsen (het cha-cha-cha stuk bijvoorbeeld). Nu die worden nagedaan accepteer ik dat als luisteraar niet meer, vind ik het gezocht. Dat is mijn eigen schuld, ik ben immers aan het origineel gewend geraakt. Maar dat had Rudess zich ook kunnen bedenken, voor hij deze hoop lawaai bij elkaar speelde. Niet mooi.
Just The Same (Gentle Giant): Omdat de muziek van Gentle Giant altijd al opener was dan die van Yes kan dit nummer een turboversie wel hebben. Het nummer blijft krachtig overeind, waarbij maar weer eens opvalt wat een fantastische drummer Rod Morgenstein toch is. Alleen weet ik niet of Kip Winger de juiste zanger voor dit stuk is, hij is wat te ruig voor deze op en top Britse zanglijnen.
JR Piano Medley: Rudess potpouriseert vier stukken muziek op de piano. Knap arrangement, briljant gespeeld, maar uiteindelijk is dit toch muzak, ondanks het gezongen stukje King Crimson. Het staat buiten kijf dat Rudess een meesterlijk pianist is en dat de stukken die hij heeft uitgekozen meesterwerken zijn. Jammer dat het resultaat minder is dan de som der delen.
Piece Of The Pi: Dit is het enige originele stukje muziek van Rudess, een briljant stukje boogie woogie, maar als compositie een niemendalletje dat uitgaat als een nachtkaars.
Tarkus (ELP): Ook hier is de intro weer knap nagemaakt. Nu valt me vooral op wat een geweldig stuk muziek Tarkus eigenlijk is. Omdat de muziek hier de ruimte krijgt, gaat ademen, is dit heel prettig om naar te luisteren. Er zit een mooie gitaarsolo van Ricky Garcia in en onkarakteristieke zang van Steve Wilson, die hier beter klinkt dan ooit. Af en toe heeft Rudess de neiging om er een circus van gekke geluidjes van te maken. Dat doet afbreuk aan de muziek, hoe knap het ook is. Voor het overige is dit het beste stuk van de plaat, het enige dat wel eens beter zou kunnen zijn dan het origineel. Kip Winger valt hier beter op zijn plaats.
“The Road Home” is hoorbaar met liefde gemaakt, maar op twee stukken na bewijst Rudess zijn idolen geen al te grote dienst met deze opgepimpte covers. Wie denkt iets aan Sound Chaser te kunnen verbeteren heeft last van hoogmoedswaanzin of buitengewoon slechte smaak. Rudess bewijst zeker met Tarkus en min of meer met Just The Same dat hij het kan, maar aan Dance On A Volcano en Sound Chaser heeft hij zich lelijk vertild. Eén pluspunt: hij heeft me ertoe aangezet om “Relayer” weer eens te draaien. Dat zouden meer mensen moeten doen.
Erik Groeneweg