Joseph Stanley Williams (1 september 1960) is een Amerikaanse zanger, songwriter en componist van filmmuziek, vooral bekend van zijn werk in de rockband Toto, waar hij van 1986 tot 1988, 2010 tot 2019 en opnieuw vanaf 2020 als leadzanger fungeerde. Hij is een zoon van de befaamde filmcomponist John Williams (Star Wars, Jaws, ET) en actrice Barbara Ruick en een kleinzoon van jazzdrummer Johnny Williams en acteurs Melville Ruick en Lurene Tuttle. De showbizz is hem dus met de paplepel ingegoten.
Tijdens zijn periode als zanger van Toto startte Williams al een solocarrière met als debuut “Joseph Williams” uit 1982. Inmiddels zijn we bijna veertig jaar verder en ziet op korte termijn zijn nieuwe album “Denizen Tenant” het licht, al weer zijn tiende soloalbum. De titel betekent zoiets als ‘buitenlandse huurder’.
Het album wordt tegelijkertijd uitgebracht met het nieuwe soloalbum van Toto oprichter / componist / gitarist / zanger Steve Lukather, “I Found The Sun Again”. Een duo-uitgave zogezegd. Beide heren zijn goed bevriend, houden als laatsten de Toto toorts brandend en hebben een behoorlijk steentje bijgedragen aan elkaars nieuweling. Maar daar waar Lukather koos voor een relatief kleine groep bevriende musici, daar nodigde Williams zo ongeveer de hele studio penoze van LA uit, vooral de groep met een Toto verleden heeft een aandeel in zijn nieuwe studioalbum.
Het album bevat twaalf nummers waarvan acht zelf geschreven of in combinatie met anderen, twee nummers van anderen (Steven Overton en Jay Gruska) en twee covers van bestaande artiesten: Don’t Give Up van Peter Gabriel en If I Fell van Lennon en McCartney.
Opener Never Saw You Coming is een langzame, donkere rock song met herkenbaar en vooral meezingbaar thema, spanning, goede harmonievocalen en een gemene solo van Mike Landau. Prima start van het album. Liberty Man is zo’n nummer waarop de veelzijdige stem van Williams het beste tot zijn recht komt. Van rustig wals ritme van de hand van Simon Phillips naar rockend met een scherp randje, goede compositie bovendien.
Titelnummer Denizen Tenant start veelbelovend met tegendraadse ritmes en jazzy invloeden. Intrigerend nummer met raadselachtige teksten: ‘Right hand to the Leftenant’, geen idee wat dat betekent. Wilma Fingadoux is een poging van Williams om een modern nummer te schrijven. Of dat gelukt is laat ik graag aan de luisteraar over, het klinkt in elk geval wel actueel, met veel ritmesamples en zelfs een cello. En zang van de hele familie Williams.
Toto-veteraan David Paich speelt een hoofdrol op het Hammond orgel op Black Dahlia met die luie, swingende West-Coast stijl die we gewend zijn van bands als Steely Dan. Prima basgitaar van die andere Toto oudgediende, Nathan East. Don’t Give Up is het aloude Gabriel/Bush duet in een nieuw jasje, mede door gebruik van cello en percussie-instrumenten. Met Williams’ dochter Hannah Ruick in de rol van La Bush. Behoorlijke schoenen om te vullen, haar stem is een beetje dun maar het gaat haar niet slecht af. Daar staat tegenover dat Williams het doorleefde van Gabriel node mist. Remakes van klassiekers, altijd lastig.
The Dream is geen slechte song, maar het gevoel bekruipt me dat dit nummer meer potentieel heeft dan de huidige versie laat horen. Misschien net iets teveel ‘family business’: Williams’ broer William T speelt drums, dochter Ray zingt, zwager Jay Gruska completeren het familiefeestje. Daar kan zelfs het eminente percussie werk van Lenny Castro niet tegenop. ‘Ding dong the dream is dead’. Nee, dan is Remember Her een stuk sterker, misschien wel dankzij de samenwerking met Steve Lukather. Een langzaam nummer met heerlijke groove en Luke’s karakteristieke solo halverwege, hoog Toto gehalte. De ‘Her’ in het nummer is astronoom Cecilia Payne, de ontdekker van de stof waar de sterren van zijn gemaakt, ’t is maar dat u het weet.
We horen eenzame pianoklanken en Williams stem in de intro van het bluesy No Lessons. En luister eens naar dat breekbare trompetje en de orkestratie met strijkers en synths. Williams als ‘crooner’, dat kan ‘ie dus ook. Mooie teksten ook: ‘There are no damn lessons, and this still ain’t one of ‘em’. Mistress Winter’s Jump heeft Keltische invloeden overgoten door een Amerikaans orkestratie sausje, grotendeels te danken/wijten aan mede-componist/arrangeur Overton.
Beatles-nummer If I Fell is een beetje een vreemde eend in de bijt, ultrakort met 2,5 minuut met afstand het kortste nummer op het album. Een vocale hoofdrol is hier voor Steve Lukather in de John Lennon rol. Geen idee wat de vreemde geluidsfragmenten aan het einde beogen. Het afsluitende nummer op “Denizen Tenant”, World Broken, is een van de beste nummers op het album. Een spannende opbouw met veel ruimte tussen de noten verandert al snel in een rockende song met rijke instrumentatie. De percussie van oudgediende Lenny Castro (ook al van de partij op het allereerste album van Toto in 1976) is prominent aanwezig in deze bijna hypnotiserende hymne.
Williams heeft met “Denizen Tenant” een afwisselend album uitgebracht waarin hij afwijkt van het gangbare Toto idioom. Het album levert een aantal goede songs op: Never Saw You Coming, Liberty Man, Remember Her en vooral het afsluitende World Broken kunnen de toets der kritiek prima doorstaan. De productie is als immer perfect, kan ook niet anders met zoveel getalenteerde musici en vakmanschap op alle gebieden. In compositorisch opzicht zit alles redelijk goed in elkaar met vooral lof voor de vocale harmonieën. Maar met zo’n sterrenbezetting had ik eigenlijk wel iets meer verwacht van de man die momenteel samen met zijn maatje Steve Lukather tot de laatste der Mohikanen in het Toto kamp behoort.