Zoals interessante mensen niet per definitie aardig zijn, zo zijn interessante albums niet altijd fijn om te draaien. Esoteric Recordings brengt dit soort platen uit. Ik heb er intussen tientallen beluisterd en (soms) besproken, maar het aantal dat ik nog steeds draai is op één hand te tellen. In het onderhavige geval komt daar nog een beperking bij.
Juicy Lucy, een band die in 1972 uiteenviel maar intussen – in een volstrekt gewijzigde bezetting – weer speelt, maakt helemaal geen progressieve muziek. De 9 liedjes op dit schijfje zijn in hoofdzaak van het soort bluesrock dat bij het verschijnen al een anachronisme moet zijn geweest. Niet voor niets grijpen de mannen terug op materiaal van ouwetjes als Chuck Berry en Bo Diddley, twee referenties die je op deze pagina’s niet vaak ziet.
Het is allemaal best netjes gespeeld en hier en daar kundig gezongen en natuurlijk – het blijft Esoteric – klinkt het weer als een gazonnetje, maar het levert niet meer op dan suffe bluesrock. Waarom ik het dan toch bespreek? Ach, ik had een ochtendje over en trouwens: bassist Ellis speelde in Van Der Graaf Generator en met Keith Emerson. Neil Hubbard zat ooit in dezelfde bus als Jon Anderson, maar dat duurde hooguit 10 minuten en het bleek ook nog eens de verkeerde bus te zijn, dus laten we daar niet teveel woorden aan vuil maken.
Connaisseurs van oude psychedelica kunnen hier misschien nog wat genoegen uit peuren, want de band is een soort vervolg op The Misunderstood, een legendarische garageband, en dat hoor je af en toe wel in de nummers terug. Voor liefhebbers van normale muziek is dat veel te weinig. Voor liefhebbers van fruit is er nog altijd de hoes, al wordt die weer ontsierd door een nakende mevrouw. Zo is er op alle fronten wat te zaniken over deze release, die in elk geval deze wijze les oplevert: niet alle releases van Esoteric Recordings zijn de moeite. Waarvan acte.
Erik Groeneweg